Hoofdstuk 3.4 tm 3.7 Politiek - KGT

Hoofdstuk 3.4 tm 3.7 K
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3.4 tm 3.7 K

Slide 1 - Slide

Waaruit bestaat het kabinet?
A
Alle ministers
B
Alle staatssecretarissen
C
Alle ministers en staatssecretarissen
D
De koning en alle ministers

Slide 2 - Quiz

Waaruit bestaat de regering?
A
Alle ministers
B
De koning en alle ministers
C
Alle staatssecretarissen
D
Eerste en tweede kamer

Slide 3 - Quiz

De regering is het dagelijks bestuur van ons land. Wie zitten er in de regering?
A
De koning en ministers
B
Eerste en tweede kamer
C
Staatssecretarissen
D
Koning en staatssecretarissen

Slide 4 - Quiz

Wat is een staatssecrataris?
A
Een lid van de tweede kamer
B
Een lid van de eerste kamer
C
Een soort onderminister
D
Een secretaresse van de koning

Slide 5 - Quiz

Wat staat er in het regeerakkoord?
A
De begroting van het komende jaar
B
Wat de partijen de komende jaren willen bereiken
C
Wie verantwoordelijk is voor welke ministerraad
D
De grondrechten

Slide 6 - Quiz

Wat is de rol van de minister-president
A
Secretaris van de koning
B
Het begeleider van de minister
C
Hij is de leider van de staatssecretarissen
D
Leider van het kabinet

Slide 7 - Quiz

De miljoenennota wordt gepresenteerd door de ministers van financiën. Wat staat er in de miljoennenota?
A
Wat de regering het komend jaar wil bereiken
B
Hoeveel belasting je gaat betalen
C
Alle plannen van het kabinet voor het aankomende jaar
D
Een overzicht van alle verwachtte uitgaven en inkomsten dat jaar

Slide 8 - Quiz

Waaruit bestaat het parlement?
A
Koning + eerste kamer
B
Koning + tweede kamer
C
Eerste + tweede kamer
D
Kabinet

Slide 9 - Quiz

Wat is de taak van het parlement?
A
(mede) wetgeving
B
controleren van het kabinet
C
Uitvoeren van wetgeving
D
Besturen van de kamer

Slide 10 - Quiz

Hoeveel leden zitten er in de eerste kamer?
A
75
B
100
C
125
D
150

Slide 11 - Quiz

Hoeveel leden zitten er in de tweede kamer?
A
75
B
100
C
125
D
150

Slide 12 - Quiz

De Tweede Kamer mag gebruiken maken van het vragenrecht. Wat is dit?
A
Dat ze een minister ter verantwoording mogen roepen
B
Dat ze mondeling of per brief vragen mogen stellen aan ministers
C
Dat ze een uitspraak kunnen doen waarin ze hun mening geven
D
Onderzoek doen als er fouten zijn gemaakt

Slide 13 - Quiz

De Tweede Kamer mag ook zelf Wetsvoorstellen doen. Dit is het:
A
Recht van interpellatie
B
Enqueterecht
C
Recht van amendement
D
Recht van initiatief

Slide 14 - Quiz

Wat zijn belangrijke kenmerken van de democratie (2)
A
De minister president regeert
B
We hebben een koning
C
De macht is verdeeld
D
Er is een grondwet

Slide 15 - Quiz

Wat is de trias politica?
A
Dat de politiek bestaat uit drie delen; regering, kabinet en parlement
B
De scheiding van regering en koning
C
De scheiding van de politieke macht in 3 onderdelen
D
De scheiding van de politieke macht in 2 delen: overheid en rechters

Slide 16 - Quiz

Wat is geen recht van de Tweede Kamer?
A
Stemrecht
B
Recht van Amendement
C
Recht van initiatief
D
Recht van bezwaar

Slide 17 - Quiz

Door middel van stemmen kiezen burgers in de gemeente:
A
Wethouders
B
B & W
C
Leden van de gemeenteraad
D
Burgemeester

Slide 18 - Quiz

Wat doen burgemeesters en wethouders?
A
Dagelijks bestuur van de gemeente
B
Controle op de gemeenteraad
C
Uitvoeren van wetten van het kabinet
D
Controle op de provincie

Slide 19 - Quiz

Wie mag er solliciteren op functie van burgemeester?
A
Alleen ministers
B
Alleen leden van de gemeenteraad
C
iedereen
D
Een burgemeester word gekozen, je kan niet solliciteren

Slide 20 - Quiz

Hoeveel provincies en gemeenten heeft Nederland?
A
12 provincies, 120 gemeenten
B
5 provincies, 350 gemeenten
C
12 provincies, 350 gemeenten
D
10 provincies, 50 gemeenten

Slide 21 - Quiz

Welke uitspraak is onjuist
A
B&W staat voor Besluiten & Wetten
B
De burgemeester is de baas van de politie
C
De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad
D
De gemeenteraad controleert B&W

Slide 22 - Quiz

B&W is op gemeentelijk niveau ongeveer gelijk aan .... op landelijk niveau. Wat staat er op de puntjes?
A
De Tweede Kamer
B
Het parlement
C
Het kabinet
D
De regering

Slide 23 - Quiz

Wie kiezen wij niet?
A
De leden van de eerste kamer
B
De leden van de provinciale staten
C
De gemeenteraad
D
De leden van de tweede kamer

Slide 24 - Quiz

De gemeenteraad heeft twee taken. Welke?
A
Kiezen van de burgemeester & controleren B&W
B
Uitvoeren van besluiten B&W & wetten maken
C
Wetten maken & kiezen van de burgemeester
D
Stemmen over belangrijke besluiten + controleren B&W

Slide 25 - Quiz