Hst 3

Op tafel:
Kern-boek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Op tafel:
Kern-boek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie

Slide 1 - Slide

Welkom!
Op tafel:
Kernboek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie

Slide 2 - Slide

Agenda
Introductie hst 3
Aan de slag
Numo-check
Nakijken 
Huiswerk

Slide 3 - Slide

Herkansen PTO
Check de lessonup klas: daar staan ook antwoorden van oefeningen
Leer zowel de regel (theorie) als de oefeningen
In Teams staan de hoofdstukken


Slide 4 - Slide

leerdoel hst 3

Je leert wat hoofd- en bijzaken zijn (in een tekst) en hoe je ze kunt onderscheiden

Doe je boek open en lees mee op blz. 10/11


Slide 5 - Slide

Theorie
> Hoofdzaken
> Bijzaken

Slide 6 - Slide

Hoofdzaken & bijzaken

Slide 7 - Slide

Hoofdzaken
Vaak een stelling. Je kunt het niet weglaten; dan begrijp je de tekst niet m. eer
Bijv. de tweede zin op blz. 10 

'

Slide 8 - Slide

Bijzaken
Vaak (verdere) uitleg, toelichting, reden voorbeeld of anecdote (verhaaltje) 
Een voorbeeld is de vierde zin: daarin leggen ze uit waarom het belangrijk is (uitleg)

'

Slide 9 - Slide

Waar vind je de hoofdzaken meestal? 

Slide 10 - Slide

Werkwijze PTO-2 
Altijd bij je:  Kern-boek, leesboek, map (sowieso!), laptop. 
Huiswerk maak je (te weinig tijd om te oefenen met twee uur les). 
Als ik praat, houd jij je mond. 
NUMO: elke week 45 minuten. Ik zet op vrijdag op huiswerk vergeten als je dan niet hebt gemaakt 
(Negeer de Ne_Digi in Magister)

Slide 11 - Slide

Samen vraag 1

Slide 12 - Slide

Vraag 1
1 a Hoofdzaak. Het is nodig om het verhaal te kunnen begrijpen.
b Geen hoofdzaak. Het is een toelichting op a.
c Hoofdzaak. Het is nodig om het verhaal te kunnen begrijpen.
d Geen hoofdzaak. Het is een toelichting op c.
e Hoofdzaak. Het is nodig om het verhaal te kunnen begrijpen.
f Geen hoofdzaak. Het vormt de aanleiding voor e.

Slide 13 - Slide

Aan de slag 
Maak vraag 5 t/m 8 
Kern-boek blz. 10/11

Slide 14 - Slide

Vraag 5
 Zin 1: Hoofdzaak T1
Zin 2: Bijzaak
Zin 3: Bijzaak
Zin 4: Hoofdzaak
Zin 5: Hoofdzaak
Zin 6: Hoofdzaak
Zin 7: Bijzaak
Zin 8: Bijzaak
Zin 9: Hoofdzaak
Zin 10: Bijzaak
Zin 11: Hoofdzaak

 

Slide 15 - Slide

Vraag 6
Zin 1: Hoofdzaak: het is een soort samenvatting van de tekst. T2
Zin 2: Bijzaak: het is een voorbeeld om de tekst mee in te leiden.
Zin 3: Bijzaak: het is een detail (te zien aan ‘trouwens’).
Zin 4: Hoofdzaak: het stelt een vraag die belangrijke informatie geeft om het bericht goed te begrijpen.
Zin 5: Hoofdzaak: het stelt een vraag hoe Madonna na een aantal mislukte platen toch weer op het niveau komt van andere grote popsterren.
Zin 6: Hoofdzaak: het geeft antwoord op de daarvoor gestelde vragen en geeft belangrijke informatie die hoort bij de hoofdgedachte van deze recensie.
Zin 7: Bijzaak: het gaat niet over het album.
Zin 8: Bijzaak: het gaat over iets dat ze zíet doet op de plaat.


 

Slide 16 - Slide

Vraag 6
Zin 9: Hoofdzaak: het is een belangrijk argument waarom de recensent vindt dat het een goede plaat is geworden.
Zin 10: Bijzaak: het is een toelichting op wat er in zin 9 wordt gezegd.
Zin 11: Hoofdzaak: dit is de uiteindelijke mening van de recensent.




 

Slide 17 - Slide

Vraag 7
Electronic Dance Music (EDM of Dance) is een verzamelnaam voor elektronische  dansmuziek.
‘House’ is in de jaren tachtig ontstaan in Chicago.
Dance kenmerkt zich door een zware bassdrum in een strakke vierkwartsmaat.
Dance wordt hoofdzakelijk gemaakt door producers en dj’s.






 

Slide 18 - Slide

Vraag 8 bijvoorbeeld: 
Electronic Dance Music, oftewel EDM of Dance, is een verzamelnaam voor elektronische dansmuziek (bijvoorbeeld: house, techno en trance). House is ontstaan in de jaren tachtig, in Chicago. Dance kenmerkt zich door een zware bassdrum in een strakke vierkwartsmaat. Het wordt gemaakt door producers en dj’s, zoals bijvoorbeeld Martin Garrix.

Slide 19 - Slide

NUMO => 8 weken 45 min. 
 
Ook voortgang telt mee.
Doe je het wekelijks ja/nee? 
Ga je vooruit (ja/nee)? 
 

Slide 20 - Slide