1 v les 2 1A 08-09

Le jeudi 8 septembre
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le jeudi 8 septembre

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Quiz sur le verbe "être"+ apprendre 1, 2 en 4(met het boek)
3. Uitleg grammaire II: De lidwoorden (de, het, een)
4. Uitspraak + écouter
5. Quiz apprendre 4 t/m 6. 
6. Doelen bereikt? 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. But du cours: Les 1 (1.3)
Le but du cours: Je kunt iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen. 

1. Uitspraak oefenen: 11 p. 22 (klassikaal).
2. Parler: 17 p. 31 in duo (5min) en 22 p. 33 (klassikaal en in duo).
3. Parler: in duo werken 23 p. 33. (opnemen is niet verplicht)
4. Leren: apprendre 4, 5 en 6 p. 39/41.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

2a. Quiz: être + apprendre 1+2
A. Vertaal de woordjes in het Frans.           B. Vul het werkwoord in.
1. Goedeavond:_____      6. Ik heet: _____           1. Je _____ Française.
2. Tot morgen:_____        7. De stad: ____            2. Tu ___un garçon. 
3. Hoe gaat het?: _____   8. De straat: __           3. Elle ____ petite. 
4. Ik woon: _____              9. En jij?: _____           4. Nous _____ à l'école.
5. meneer:_____               10. De vriend:___        5. Vous _____ où? 

Slide 4 - Slide

Poser des questions sur les lidwoorden !!
2b. ÊTRE (zijn)
Je suis 
Tu es 
Il/ elle/ on est 
Nous sommes 
Vous êtes 
Ils/ elles sont

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3a.Grammaire II: Het lidwoord
  • "De" en "het" = "le" of "la". 
-Le = mannelijke vorm van een woord. -> le collège. 
-La = vrouwelijke vorm van een woord. -> La classe.
Let op: Voor een klinker of een stomme h veranderen deze lidwoorden in l'. -> Le ami -> l'ami.
-Bij meervoud is het lidwoord "les". -> Les classes. 

Slide 6 - Slide

Differentiatie
Grammaire -> zelfstandig bestuderen of uitleg volgen. 
3b. Grammaire II: Het lidwoord
  • Het lidwoord "een" vertaal je met "un" of "une".
-"Un" = Mannelijke vorm. -> un garçon (een jongen).
-"Une"= Vrouwelijke vorm. -> une fille (een meisje). 
-Bij meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je "des". -> des filles (meisjes). 
  • Il(s) en Elle(s): personen en dingen
-Il en ils = m. vorm (hij/ ze)      -Elle en elles= vr. vorm (zij, ze)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

3c. Pensum 1.3 / Les 2

1. Uitspraak oefenen: 11 p. 22 (klassikaal).
2. Parler: 17 p. 31 in duo (5min) en 22 p. 33 (klassikaal en in duo).
3. Parler: in duo werken 23 p. 33. (opnemen is niet verplicht)

4. Leren: apprendre 4, 5 en 6 p. 39/41.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4a. Quiz apprendre 6 page 39
Prends ton téléphone et va sur Quizlet live. 
Utilise ton vrai prénom!


Bonne chance! :)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4b. Wat heb je tijdens de les geleerd?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

4C. Wat vind je van mijn lessen? Heb je tips/tops?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions