1 hv les 1 1D 05-09

Le jeudi 7 septembre
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le jeudi 7 septembre

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Quiz sur les "lidwoorden in het Frans" en apprendre 4
3. Parler
5. Quiz apprendre 6. 
6. Doelen bereikt? 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. But du cours: Les 2 (1.3)
Le but du cours: Je kunt iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen. 

1. Parler: 17 p. 31 in duo (5min) en 22 p. 33 (klassikaal en in duo).
2. Parler: in duo werken 23 p. 33. (opnemen is niet verplicht)

3. Leren: apprendre 4, 5 en 6 p. 39/41.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

2a. Quiz: lidwoorden+ appr.4
A. Vertaal de woordjes in het Frans.                B. Vul het lidwoord in.
1. Hoe? : _______             6. Leuk: _____                1.  ___ fille. (het)
2.Wie?  :_____                  7. Tot later: ____            2.  ___garçons. (de)
3. Nee : _____                  8. Kijk!: __                        3. ____ amie. (de) 
4.Bedankt : _____           9. Sorry: _____              4.  _____hôtel. (een)
5.Ik?  :_____                     10. Luister! :___              5.  _____maison. (een)

Slide 4 - Slide

Poser des questions sur les lidwoorden !!
2b. ÊTRE (zijn)
Je suis 
Tu es 
Il/ elle/ on est 
Nous sommes 
Vous êtes 
Ils/ elles sont

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3a.Grammaire II: Het lidwoord
  • "De" en "het" = "le" of "la". 
-Le = mannelijke vorm van een woord. -> le collège. 
-La = vrouwelijke vorm van een woord. -> La classe.
Let op: Voor een klinker of een stomme h veranderen deze lidwoorden in l'. -> Le ami -> l'ami.
-Bij meervoud is het lidwoord "les". -> Les classes. 

Slide 6 - Slide

Differentiatie
Grammaire -> zelfstandig bestuderen of uitleg volgen. 
3b. Grammaire II: Het lidwoord
  • Het lidwoord "een" vertaal je met "un" of "une".
-"Un" = Mannelijke vorm. -> un garçon (een jongen).
-"Une"= Vrouwelijke vorm. -> une fille (een meisje). 
-Bij meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je "des". -> des filles (meisjes). 
  • Il(s) en Elle(s): personen en dingen
-Il en ils = m. vorm (hij/ ze)      -Elle en elles= vr. vorm (zij, ze)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

3c. Pensum 1.3 / Les 2

1. Parler: 17 p. 31 in duo (5min) en 22 p. 33 (klassikaal en in duo).
2. Parler: in duo werken 23 p. 33. (opnemen is niet verplicht)

3. Leren: apprendre 4, 5 en 6 p. 39/41.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4a. Quiz apprendre 6 page 39
Prends ton téléphone et va sur Quizlet live. 
Utilise ton vrai prénom!


Bonne chance! :)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4b. Wat heb je tijdens de les geleerd?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions