wk 45: tekstbegrip + spelling

Opdrachten maken (2Q en 2V)
1. Noteer in je schrift bij ieder soort publiek een voorbeeld. Noteer de voorbeelden bij je aantekening.
2. blz. 43 opdracht 5 maken (niet vraag: 7)
3. Nakijken antwoorden van opdracht 5. Nakijkstencil bij docent ophalen en weer terugleggen.
3. Lezen in leesboek / naar mediatheek nieuw leesboek halen.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Opdrachten maken (2Q en 2V)
1. Noteer in je schrift bij ieder soort publiek een voorbeeld. Noteer de voorbeelden bij je aantekening.
2. blz. 43 opdracht 5 maken (niet vraag: 7)
3. Nakijken antwoorden van opdracht 5. Nakijkstencil bij docent ophalen en weer terugleggen.
3. Lezen in leesboek / naar mediatheek nieuw leesboek halen.

Slide 1 - Slide

Programma + lesdoelen les 2
Tekstbegrip:
  • Werken aan krantendossier

Spelling (40 min):
  • Je weet hoe je samentrekkingen maakt
  • Je kunt de apostrof op de juiste manier gebruiken

Slide 2 - Slide

Tekstbegrip
Tekstbegrip

Slide 3 - Slide

Krantendossier
  • Tijdens één les in de week in tweetallen. 
  • In die les les kies je een actueel (groot) onderwerp waar veel informatie over te vinden is. 
  • Je mag welke les weer een nieuw actueel onderwerp kiezen, maar je mag ook een andere tekst bij het reeds gekozen onderwerp kiezen. 
  • Van je docent krijg je iedere les een opdracht bij een tekst die je zelf hebt gevonden, maar soms ook bij een tekst die de docent met je deelt.
  • Alle opdrachten bewaar je in Google documenten onder de naam 'krantendossier'. Zorg dat je beiden in het document kunt werken. 

Slide 4 - Slide

Krantendossier week 45
  • Open in Google documenten het document met de naam 'krantendossier'. 
  • Typ op een nieuwe pagina onder de laatste tekst: 'krantendossier week 45'
  • Zoek samen een actueel onder op een nieuwssite. 
  • Kopieer de tekst naar het document (zorg dat de opmaak leesbaar blijft, pas deze eventueel aan). 
  • Beantwoord nu de vragen in de volgende dia

Slide 5 - Slide

Krantendossier week 45 - vragen
  1. Wat is de functie van de titel? 
  2. Noteer de hoofdgedachte van de tekst. 
  3. Tot welk tekstsoort behoort jullie tekst? 
  4. Wat is het tekstdoel? 
  5. Voor welk soort publiek is de tekst bedoeld?
  6. Onderstreep 4 verwijswoorden in de tekst en nummer ze, bijvoorbeeld deze (1). Noteer waar deze woorden naar verwijzen.
  7. Bedenk een tussenkopje voor de 2e alinea.

Slide 6 - Slide

Spelling

Slide 7 - Slide

Neem de zin over en trek samen: De inkoop en verkoop van producten.

Slide 8 - Open question

Iedereen moet naar de basisschool en middelbare school.

Slide 9 - Open question

Welke functie heeft een apostrof ?

Slide 10 - Mind map

apostrof
  • meervoud op -a, -o, - u, -i en -y (ik hou van y's)
       pizza's / ski's / baby's / foto's /menu's
  • bezit (iets is van iemand)
       Anja's jas / Ivo's tablet 
       Felix' vrienden  --> s-klank
       Bas' handbalteam --> s-klank

Slide 11 - Slide

apostrof
  • verkleinwoorden op -y
       baby'tje, pony'tje 
  • na cijfers
       A4'tje
  • overige woorden 
        vmbo'er, BN'er, bh's, cd's

Slide 12 - Slide

Even oefenen

Hierna volgen enkele dia's om even te oefenen met de apostrof

Slide 13 - Slide

Iemand die lid is van de PVDA is een ......

Slide 14 - Open question

De kleren van Lies zijn ......

Slide 15 - Open question

Het boek van Peter is ......

Slide 16 - Open question

Iemand die op het MBO zit, is een ......

Slide 17 - Open question

De hoed van Beatrix is ......

Slide 18 - Open question

Een voetballer van PSV is een ......

Slide 19 - Open question

Iemand die ouder is dan 65 is een (65+)......

Slide 20 - Open question

Een kleine lolly is een ......

Slide 21 - Open question

Zelf een opdracht maken
hv blz 180
vwo blz 195
Er zijn in totaal 5 regels om te onthouden. Bedenk bij iedere regel 2 nieuwe voorbeelden en verwerk die in een opdracht voor je klasgenoot. Kijk naar de voorbeeldopdracht onder de uitleg in je boek ter inspiratie. 
Je opdracht bevat dus (5x2) 10 vragen. Op een apart blaadjes schrijf je de antwoorden. Wissel de opdracht uit met een ander op het teken van je docent. 

Slide 22 - Slide