What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3: W.20: trappen van vergelijking herhalen
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
Slide 1 - Slide
Unterrichtsziele erzählen
Hausaufgaben besprechen
Trappen van vergelijking
Hausaufgaben
Während der Unterrichtsstunde:
Slide 2 - Slide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Unterrichtsziele:
Je weet hoe je moet zeggen dat iets groter of kleiner is dan.
Je weet hoe je moet zeggen dat iets het grootst of het kleinst is.
Slide 3 - Slide
Kapitel 14 - Hausaufgaben besprechen
Wir besprechen Aufgabe 3.4 und 4.3
Grammatik
Slide 4 - Slide
Kapitel 14 - Trappen van vergelijking
Danach besprechen wir Aufgabe 3.4 und 4.3
Grammatik
Slide 5 - Slide
kies uit welk woord in de stellende trap staat:
A
mooist
B
grootste
C
klein
D
lelijker
Slide 6 - Quiz
kies uit welk woord in de vergrotende trap staat:
A
mooist
B
grootste
C
klein
D
lelijker
Slide 7 - Quiz
kies uit welk woord in de overtreffende trap staat:
A
mooist
B
grootste
C
klein
D
lelijker
Slide 8 - Quiz
Kunnen de stellende, vergrotende & overtreffende trap als bijvoeglijk naamwoord in de zin staan?
A
ja
B
nein
Slide 9 - Quiz
maak het rijtje af:
laut - lauter -
Slide 10 - Open question
vertaal in het Duits:
het mooist
Slide 11 - Open question
welk woord gebruik je in het Duits?
Anne ist größer .... Peter.
A
wie
B
als
C
dann
Slide 12 - Quiz
welk woord gebruik je in het Duits?
Anne ist nicht so groß .... Peter.
A
wie
B
als
C
dann
Slide 13 - Quiz
Kapitel 14 - Hausaufgaben
Während der Unterrichtsstunde und zu Hause machen:
Aufgabe
7.1, 8.1, 8.2, 10.4
machen
-
Ihr lernt aus Kapitel 13
- Wörter A und B
- Schreibecke
- Grammatik 2
Ihr lernt aus Kapitel 14
- Wörter A
- Grammatik 1
- Grammatik 2
Slide 14 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
Hoofdregel is: klein - kleiner – kleinst
stellende trap: klein
vergrotende trap + -er: kleiner
overtreffende trap –st: kleinst
Woord eindigt op -d/-t of s-klank (s, z, ß, sch)?
overtreffende trap + -est
trappen van vergelijking
Even een voorbeeld:
laut – lauter – laut
est
heiß – heißer – heiß
est
wild – wilder – wild
est
Slide 15 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
Zum Beispiel:
stellende trap: Sophie ist
ein
kleines
Mädchen
.
vergrotende trap: Ich habe
einen
kleineren
Kuchen
gebacken als du.
overtreffende trap: Das ist
der kleinste Hund
, den ich je gesehen habe!
[1
]
Zowel de
stellende trap
als de
vergrotende en overtreffende trap
kunnen als bijvoeglijk naamwoord worden vervoegd.
Slide 16 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
In het Nederlands
[1] het grootst, het mooist, het snelst
[2] vergelijking met
dan
Anne is groter
dan
Peter.
[3] vergelijking met
als
Anne is niet zo groot
als
Peter.
In het Duits:
[1] am + overtreffende trap + en
[2] vergelijking met
als
Anne ist größer
als
Peter.
[3] vergelijking met
wie
Anne ist nicht so groß
wie
Peter.
Slide 17 - Slide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Leervragen:
[1] Maak een korte zin in het Duits met de woorden ontbijt, honing & brood.
[2] Hoe zeg je in het Duits dat er in het weekend altijd verse broodjes zijn.
[3] Maak een zin in het Nederlands met de woorden der Grund & die Zeitung erin.
Wiederholung!
Wortschatz
Antwoorden:
[1] Eigen antwoord
[2] Am Wochenende gibt es immer frische Brötchen.
[3]
Een goede reden om de krant te lezen, is om het nieuws te kunnen volgen.
Slide 21 - Slide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Wisst ihr es schon..?
Unterrichtsziele
Lektion 6 abschließen
Während der Unterrichtsstunde:
wiederholen
Slide 22 - Slide
More lessons like this
H3: W.23: Schreibecke und Steigerungsstufe üben
June 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.17: trappen van vergelijking
April 2021
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.35: kennismaking
September 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.21: trappen van vergelijking herhalen
May 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A3: W.21: bijvoeglijk naamwoord null-gruppe
May 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.20: weiter üben
May 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A3: W.21: bijvoeglijk naamwoord null-gruppe
June 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.20: zwakke ww's o.v.t.
May 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2