What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling
Hij (geloven, tt) mij niet.
timer
0:30
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
1 / 27
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hij (geloven, tt) mij niet.
timer
0:30
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
Slide 1 - Quiz
Wat (vinden, tt) je van mijn nieuwe schoenen?
timer
0:30
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 2 - Quiz
De jongens (ontmoeten, tt) elkaar op het voetbalveldje.
timer
0:30
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 3 - Quiz
Als ik de takken (vasthouden, tt), dan kan jij ze bij elkaar binden.
timer
0:30
A
vasthoudt
B
vasthoud
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten)
timer
0:30
Slide 5 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Gisteren (luiden, vt) de voorspelling nog regen en storm, maar nu schijnt de zon
timer
0:30
Slide 6 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hardop (denken) liep Frits door het park.
timer
0:30
Slide 7 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Thea en Bas waren zo laat vertrokken, zodat ze (vrezen, vt) te laat te komen.
timer
0:30
Slide 8 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De fotograaf (vergroten, vt) vorige week de foto.
timer
0:30
Slide 9 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Het (verbazen, tt) me steeds weer dat er altijd wat moois bloeit in hun tuin.
timer
0:30
Slide 10 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Dat er ook 's winters iets in de tuin bloeit, heeft me altijd (verbazen).
timer
0:30
Slide 11 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hoewel we de tekst goed geleerd hadden, (vergissen, vt) we ons vaak.
timer
0:30
Slide 12 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De jachtopziener (bespieden, tt) een roedel herten.
timer
0:30
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
(raden) je zus nu wel het juiste antwoord?
timer
0:30
Slide 14 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Ik antwoord graag op al jouw vragen. Antwoord is?
timer
0:30
Slide 15 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Het vliegtuig is op tijd geland. Geland is?
timer
0:30
Slide 16 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
De politie verbrandde de gevonden drugs. Verbrandde is?
timer
0:30
Slide 17 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Het meisje liep zingend door de straat. Zingend is?
timer
0:30
Slide 18 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Hij heeft mij ingelicht over de lastige zaak. Ingelicht is?
timer
0:30
Slide 19 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Hij vermoedde helemaal niks. Vermoedde is?
timer
0:30
Slide 20 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
De boer oogst het graan in augustus. Oogst is?
timer
0:30
Slide 21 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Hij heeft die tekst goed samengevat. Samengevat is?
timer
0:30
Slide 22 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord
Zwemmend in het meer genoot hij van het mooie weer. Zwemmend is?
timer
0:30
Slide 23 - Open question
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd) of vd (voltooid deelwoord)?
De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert is?
timer
0:30
A
pvtt
B
vd
Slide 24 - Quiz
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd) of vd (voltooid deelwoord)?
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
Verdiend is?
timer
0:30
A
pvtt
B
vd
Slide 25 - Quiz
pvtt of vd?
Wie weet wat er vanavond gebeurd is?
gebeurd?
timer
0:30
A
pvtt
B
vd
Slide 26 - Quiz
pvtt of vd?
Monica beweert dat ze snel verbrandt in de zon.
verbrandt?
timer
0:30
A
pvtt
B
vd
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
*Toets werkwoordspelling
April 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling pto3 v2 oefenen
May 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
ww-spelling + gebiedende wijs herhaling klas 1 voor 2A3
December 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Havo2 - week 16 - herhaling spelling
April 2021
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 2 - gebiedende wijs
February 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling werkwoorden les 2
December 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Oefentoets werkwoordspelling
December 2020
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
toets ww
February 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2