gevaarsborden en aanwijzingsborden

gevaarsborden en aanwijzingsborden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MavoBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

gevaarsborden en aanwijzingsborden

Slide 1 - Slide

Wie heeft het juiste bord?

Slide 2 - Slide

De gevaarsborden
*rood en driehoek
*pas op! gevaar!
opgepast! opgelet!
*waarschuwen voor een gevaarlijke situatie
*staan op 150 meter VOOR het gevaar

Slide 3 - Slide

Herhaling: leg uit...
Bocht                    
Overweg
Helling                 
Daling                  
Kaai                 
  Versmalling
Verkeerslichten


Slide 4 - Slide

De aanwijzingsborden
*geven een aanwijzing
*kijk, hier is ....
*blauw en vierkant of rechthoek
*voor auto's en andere weggebruikers

Slide 5 - Slide

Herhaling. Leg uit...
rijstrookvermindering
doodlopende straat
tunnel
wegwijzer
nooduitgang
benzinestation








Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Video

De bebouwde kom
Het woonerf

Slide 9 - Slide

De speelstraat
De fietsstraat

Slide 10 - Slide

De zone
Het elektrisch zonebord

Slide 11 - Slide

De zone
De voorbehouden weg

Slide 12 - Slide

De bijzonder overrijdbare bedding
De voetgangerszone

Slide 13 - Slide

Als je door een tunnel rijdt, moet je je zonnebril afzetten.
A
juist
B
fout

Slide 14 - Quiz

Binnen de bebouwde kom mag je max. 30 km/uur
A
juist
B
fout

Slide 15 - Quiz

Wie mag in deze straat?
A
alle weggebruikers
B
iedereen, behalve bestuurders
C
fietsers, voetgangers en ruiters
D
fietsers, voetgangers, ruiters en auto's

Slide 16 - Quiz

Hoe snel mag het landbouwvoertuig max. rijden?
A
20 km/uur
B
stapvoets
C
50 km/uur
D
30 km/uur

Slide 17 - Quiz

Mag ik met mijn auto in de straat?
A
Nee, nooit.
B
Ja, als ik stapvoets rijd.
C
Ja als ik er een garage heb en ik stapvoets rijd.
D
Ja, om te laden en te lossen.

Slide 18 - Quiz

Mag ik hierin rijden met mijn auto?
A
Nee, nooit.
B
Ja, als ik er woon of een garage heb.

Slide 19 - Quiz

Hoe snel mag je hier met je auto max. rijden?
A
Ik mag hier niet rijden met mijn auto.
B
Ik mag hier max. 30 km/uur rijden.
C
Ik mag hier max. 20 km/uur rijden.
D
Ik mag kiezen hoe snel ik rijd, maar ik moet achter de fiets blijven.

Slide 20 - Quiz

In een woonerf moet je stapvoets rijden.
A
Juist.
B
Fout.

Slide 21 - Quiz