Op weg: weggebruikers en voertuigen

Weggebruikers en voertuigen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MavoBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Weggebruikers en voertuigen

Slide 1 - Slide

Moeilijke woorden:
*teken
op een papier

Bocht                    
Overweg
Helling                 
                             Daling                  
                    Kaai                       
  Versmalling
Verkeerslichten


Slide 2 - Slide

Moeilijke woorden:
*teken 
op een papier
rijstrookvermindering
doodlopende straat
tunnel
wegwijzer
nooduitgang
benzinestation








Slide 3 - Slide

Binnen de bebouwde kom mag je max. 30 km/uur
A
juist
B
fout

Slide 4 - Quiz

Wie mag in deze straat?
A
alle weggebruikers
B
iedereen, behalve bestuurders
C
fietsers, voetgangers en ruiters
D
fietsers, voetgangers, ruiters en auto's

Slide 5 - Quiz

Hoe snel mag het landbouwvoertuig max. rijden?
A
20 km/uur
B
stapvoets
C
50 km/uur
D
30 km/uur

Slide 6 - Quiz

Mag ik met mijn auto in de straat?
A
Nee, nooit.
B
Ja, als ik stapvoets rijd.
C
Ja als ik er een garage heb en ik stapvoets rijd.
D
Ja, om te laden en te lossen.

Slide 7 - Quiz

Mag ik hierin rijden met mijn auto?
A
Nee, nooit.
B
Ja, als ik er woon of een garage heb.

Slide 8 - Quiz

Hoe snel mag je hier met je auto max. rijden?
A
Ik mag hier niet rijden met mijn auto.
B
Ik mag hier max. 30 km/uur rijden.
C
Ik mag hier max. 20 km/uur rijden.
D
Ik mag kiezen hoe snel ik rijd, maar ik moet achter de fiets blijven.

Slide 9 - Quiz

In een woonerf moet je stapvoets rijden.
A
Juist.
B
Fout.

Slide 10 - Quiz

Waar moeten we rijden?
Zo RECHTS mogelijk 

MAAR NIET ...

Slide 11 - Slide

Plein of rotonde
Keuze van mijn richting of bestemming

Slide 12 - Slide

Markeringen en verkeersborden
Binnen de bebouwde kom + éénrichtingsstraat + rijbaan verdeeld in rijstroken

Slide 13 - Slide

Binnen de bebouwde kom + 2 rijstroken in elke richting
Bij file of druk verkeer

Slide 14 - Slide

Ik moet RECHTS rijden
Ik mag KIEZEN waar ik rijd

Slide 15 - Drag question

Voertuig: Bromfiets
Voertuig: Speed pedelec

Slide 16 - Slide

Voertuig: Motorfiets
Voertuig: Quad

Slide 17 - Slide

Voertuig: Tractor of landbouwvoertuig
Voertuig: Autobus

Slide 18 - Slide

Voertuig: Autocar
Voertuig: Kampeerwagen

Slide 19 - Slide

Wie gebruikt de openbare weg?
A
Alleen een voetganger
B
Alleen een bestuurder
C
Alleen een chauffeur
D
Alleen een weggebruiker

Slide 20 - Quiz

Wie is een voetganger?

A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Wie is een bestuurder?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

Wie mag niet in deze straat?
A
alle weggebruikers
B
alle bestuurders
C
alleen bestuurders van auto's
D
alleen voetgangers

Slide 23 - Quiz

Wie mag in deze straat?
A
alleen voetgangers
B
voetgangers, fietsers en bestuurders van bromfiets
C
voetgangers, fietsers en bestuurders van bromfiets klasse A
D
voetgangers, fietsers, speed pedelec en bromfietsen

Slide 24 - Quiz