Les 3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Praktische zaken:

-Sleutel

-Metingen doen en wanneer?

-Hoe noteren en waar?

-Regels tijdens de lessen

(hoe verplaatst je door de school?)

(Tijd in de gaten houden...)

Metingen noteren op invulblad

Groepje 1 :) 

Lange waterkringloop

Korte waterkringloop

Neerslag

Verdamping

Vandaag leer je:

-Welke klimaatfactoren er zijn en wat elke klimaatfactor voor invloed heeft op het weer in een gebied.

-Wat klimaatgrafieken zijn en hoe je ze afleest.

-Wat de stand van de zon te maken heeft met seizoenen en klimaat.

-Wat luchtstreken zijn en welke twee soorten er zijn om luchtstreken weer te geven.

Wat is de betekenis van klimaat?

Temperatuurzones = luchtstreken

Tropen

Poolstreken

Gematigde zone

Hoge Breedteligging

Lage  Breedteligging

lage tempratuur

hoge tempratuur

gemiddelde tempratuur

Klimaatfactoren

• Het verschil in klimaat wordt veroorzaakt door klimaatfactoren:
  

1. Breedteligging: hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
2. Hoogteligging: hoe hoger, hoe kouder.
3. De invloed van zee: in de zomer zorgt het water voor afkoeling en in de winter voor opwarming.
4. De windrichting: waait de wind in Nederland uit het noorden, dan wordt het koud, en uit het zuiden warm.
5. De gesteldheid van het aardoppervlak: water warmt langzaam op en koelt langzaam af, terwijl land snel opwarmt en snel afkoelt.

Breedteligging

• Regel: hoe verder van de evenaar, hoe kouder
• Invloed op temperatuur

Hoogteligging

Regel: hoe hoger je komt, hoe kouder het word

• 1000 M omhoog - 6˚C kouder

Invloed van de zee

• Water neemt energie van zonstraling op als warmte
• Water warmt langzaam op en koelt langzaam af

Zomer - invloed van zee = afkoeling

Winter - invloed van zee = opwarming 

In de winter is de zee relatief warm en in de zomer relatief koel

Lage breedte

• Dicht bij evenaar 
• tropisch regenwoud klimaat
• Savanne klimaat
• Steppe klimaat
• Woestijn klimaat

Klimaten op lage breedte

• De breedteligging is de afstand van een plaats tot aan de evenaar.

• Klimaten op lage breedte wil zeggen: dichtbij de evenaar. Hier heb je geen seizoenen.
• Dit zijn klimaten, zoals: tropisch regenwoud (0º), savanne, steppe en woestijn (23,5º N.B. en Z.B.).

Lage breedte

Aflandige wind

Aanlandige wind

???

???

??

??

Loefzijde

Lijzijde

Regenschaduw

Stuwingsneerslag

Zet de foto's bij de juiste reliëfvorm

Laagland

Heuvelland

Middelgebergte

Hooggebergte

Welke reliëfvormen horen bij de nummers 4, 5 en 6? 

Hooggebergte

Laagland

Middelgebergte

Bezoek de volgende website

https://www.worldmeteo.info/nl

Zoek een plaats op (eigen keuze).

Aan de slag

Maak een eigen klimaatgrafiek van deze plaats.

Zet de klimaatfactoren op de juiste plek!

Breedteligging

Hoogteligging

Land vs. zee

Warme vs. koude zeestroom

Loefzijde vs. lijzijde

Luchtdrukgebieden

Dus...

-Welke klimaatfactoren er zijn en wat elke klimaatfactor voor invloed heeft op het weer in een gebied.

-Wat klimaatgrafieken zijn en hoe je ze afleest.

-Wat de stand van de zon te maken heeft met seizoenen en klimaat.

-Wat luchtstreken zijn en welke twee soorten er zijn om luchtstreken weer te geven.

Groepje 2 

Voert metingen uit komende week.

Volgende week...

We starten vanaf volgende week met de eindopdracht.

-Allemaal opgeladen laptop mee.