3TL 5/12

Bonjour à tous!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ANT2+BasisschoolGroep 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 7 min

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- kan je het werkwoord devoir herkennen in een zin.
- kan je het werkwoord devoir toepassen in een zin.




Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Grammaire I

Slide 3 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 4 minutes.
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Geen vragen.
• Uitkomst: Bespreken met je groepje.
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: 1. Vervoeg het werkwoord Devoir in de passé compose
            2. Vervoeg het werkwoord Devoir in de imparfait

timer
4:00

Slide 4 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 2 minutes.
Hoe: Werken in groepjes van 3.
• Hulp: Vraag je groepje eerst om hulp, vervolgens de docente.
• Uitkomst: Uitwisselen met de rest van de klas
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: Deel je antwoorden met je groepje. 
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 3 minutes.
Hoe: -
• Hulp: -
• Uitkomst: We bespreken gezamenlijk de antwoorden.
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: Scan de QR-code. 

timer
3:00

Slide 6 - Slide

Wat betekent devoir?
A
moeten
B
kunnen
C
nemen
D
willen

Slide 7 - Quiz

Tu ..... ( présent)
A
tu devais
B
tu devait
C
tu dois
D
tu as dû

Slide 8 - Quiz

Ils .........(imparfait)
A
ils devoiraient
B
ils devait
C
ils ont dû
D
ils devaient

Slide 9 - Quiz

Ils .....(présent)
A
ils doit
B
ils devent
C
il doient
D
ils doivent

Slide 10 - Quiz

on .... (passé composé)
A
on deviez
B
on devoirait
C
on a dû
D
on devait

Slide 11 - Quiz

je ..... (présent)
A
doit
B
devais
C
dois
D
ai dû

Slide 12 - Quiz

Vous ..... (passé composé)
A
vous avons dû
B
vous avez devu
C
vous avez dû
D
vous deviez

Slide 13 - Quiz

Il .............. (imparfait)
A
devait
B
dois
C
a dû
D
devais

Slide 14 - Quiz

Nous .....(présent)
A
nous avons dû
B
nous sommes dûs
C
vous avez dû
D
nous devons

Slide 15 - Quiz

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 4 minutes.
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Geen vragen.
• Uitkomst: Bespreken met je groepje.
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: 1. Vervoeg het werkwoord Devoir in de passé compose
            2. Vervoeg het werkwoord Devoir in de imparfait

timer
4:00

Slide 16 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 2 minutes.
Hoe: Werken in groepjes van 3.
• Hulp: Vraag je groepje eerst om hulp, vervolgens de docente.
• Uitkomst: Uitwisselen met de rest van de klas
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: Deel je antwoorden met je groepje. 
timer
2:00

Slide 17 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 3 minutes.
Hoe: -
• Hulp: -
• Uitkomst: We bespreken gezamenlijk de antwoorden.
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: Scan de QR-code. 

timer
3:00

Slide 18 - Slide

Grammaire I
• Tijd: Vous avez 5 minutes.
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: lève ta main si tu as des questions.
• Uitkomst: Bespreken met je groepje.
• Eerder klaar?  opdracht: écrire
• Wat: 2 groupes:
groupe 1: Faire exercice 8 A + 8 C (p. 56-57)
groupe 2: faire exercice 8 C + 8 D (p. 57)

timer
5:00

Slide 19 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- kan je het werkwoord devoir herkennen in een zin.
- kan je het werkwoord devoir toepassen in een zin.




Slide 20 - Slide

Heb je het werkwoord devoir in 3 verschillende tijden onder de knie?
A
ja
B
nog niet

Slide 21 - Quiz

Vooruitblik
Wat gaan we in de volgende les doen?
- Ecrire


Slide 22 - Slide