HV3 - Unité 4 - "Dépasser les limites

1 / 25
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Donner ton opinion
Début de la phrase:
  • Je trouve que .... (ik vind dat)
  • À mon avis ....  (naar mijn mening)
  • Selon moi .....   (volgens mij)
  • J'aime/J'adore ....., parce que (ik houd van..omdat)
  • Je n'aime pas ... (ik houd niet van...)
  • Je déteste ..., parce que (ik heb een hekel aan, omdat)
  • Beau/ belle - Moche
  • Captivant - Ennuyeux
  • Gentil/Sympa - méchant
  • Normal - absurde / bizarre
  • Chouette - ne pas amusant
  • Je suis d'accord.
  • Je ne suis pas d'accord avec...
  • Je ne suis pas complètement d'accord avec...
  • Je ne suis pas du tout d'accord avec ....
  • Elle a raison.
  • Il n'a pas raison.
Début de la phrase:
  • C'est exceptionnel / C'est un vrai défi / C'est dangereux
  • J'ai peur de ..../ J'ai le vertige
  • Ça dépasse mes limites.
  • Ça donne des sensations fortes.
  • Je ne suispas un casse-cou
  • Ce sont des vrais cascadeurs!
  • Ils ont probablement de l'éxpérience

Slide 2 - Slide

Le programme | mercredi 7 juin
  • Vocabulaire | 10'
  • Signaalwoorden | 10'
  • Au travail| 25'



Na deze les ...
  • ... heb ik geoefend met vocabulaire.
  • ... heb ik geoefend met handige  signaalwoorden.
  • ...heb ik luistervaardigheid geoefend.

Slide 3 - Slide

Vocabulaire
Vocabulaire/signaalwoorden
  • Leer op Quizlet de handige signaalwoorden en woorden voor de luistertoets.


Quizlet classe A3/G3
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Mots connecteurs
Signaalwoorden zorgen voor structuur. Sommige signaalwoorden geven een volgorde aan en andere een verband in de tekst.
Ik begrijp het nut van signaalwoorden en ik kan ze begrijpen.
d'abord
eerst
donc
dus
ensuite/
puis
vervolgens
en plus
bovendien
Après
daarna
mais
maar
enfin / 
finalement
uiteindelijk
parce que
omdat
aussi
ook
pourtant
echter
car
want
si
als, indien

Slide 5 - Slide

Zet de signaalwoorden in de juiste volgorde
Signaalwoorden (mots connecteurs)
d'abord
ensuite
enfin

Slide 6 - Drag question

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 7 - Quiz

Tegenstellingen

maar - mais
toch - pourtant
daarentegen - par contre
hoewel - bien que
in plaats van - au lieu de

Slide 8 - Slide

Welk signaalwoord is geen tegenstelling?
A
mais
B
pour
C
pourtant
D
par contre

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 10 - Quiz

Samenvatting / Conclusie 

kortom - bref
samenvattend - en résumé
dus - donc
tenslotte - enfin / finalement 

Slide 11 - Slide

Welk signaalwoord geeft geen conclusie aan?
A
bref
B
donc
C
pourtant
D
enfin

Slide 12 - Quiz

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 13 - Quiz

Toevoeging / Aaneenschakeling / Opsomming

en - et
ook - aussi
bovendien - de plus
ten eerste - d'abord
dan / vervolgens - puis / ensuite

Slide 14 - Slide

Welk signaalwoord laat niet zien dat je te maken hebt met een opsomming?
A
donc
B
et
C
de plus
D
ensuite

Slide 15 - Quiz

verbind het signaalwoord met de juiste vertaling
daarentegen
dus
echter/ toch
om die reden/ daarom
vanwege/door
maar
bijvoorbeeld
en
par contre
donc
pourtant
c'est pourquoi
à cause de
mais
par exemple
et

Slide 16 - Drag question

Signaalwoorden 
Opsomming
Relativering: 'kleine' maar
Tegenstelling
Conclusie
d'ailleurs
mais
par contre
donc
en plus
au contraire
d'une part, d'autre part
ensuite
alors
d'abord
puis
à la fois
bref
cependant

Slide 17 - Drag question

Interview
Regarde l'interview suivant.
Notez les mots connecteurs (=signaalwoorden).

Slide 18 - Slide

Signaalwoorden

Slide 19 - Slide

Signaalwoorden / handige woorden luisteren
Ik heb voor mezelf een overzicht gemaakt van handige woorden om te kennen voor een luistertoets.
  • Tijd: Begin, eerst, nu, sinds, voordat, na, nu, meteen, altijd, maar, vorig, volgend
  • Ontkenningen: nooit, niet meer, nog niet, niemand, geen enkele 
  • Emoties: blij, verliefd, boos, teleurgesteld
  • Werkwoordtijden: verleden tijd, futur
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Au travail

Fais exercice 19 dans ton livre.

Slide 22 - Slide

Cito: écouter & regarder
Ik weet hoe een Cito luistertoets eruit ziet en wat de instructies zijn.
VMBO - GT - 2010
  • Je schrijft niet in het boekje
  • Pak een blaadje, schrijf naam + versienummer
  • Lees de aanwijzingen op de voorkant.

Audiodeel VMBO GT - helemaal
Videodeel VMBO - helft
timer
2:00

Slide 23 - Slide

Fin du cours - les objectifs
Na deze les ..
  • ... heb ik geoefend met de vocabulaire van Unité 4.
  • ... ken ik een aantal signaalwoorden.
  • ...heb ik geoefend met luisteren.   

     
Les devoirs [lundi 5 juin]
Luister zelf naar Franse muziek, series, films. 
Leer de vocabulaire van Unité 4.

  • Merci et au revoir!

Slide 24 - Slide

V3 - Unité 4 - "Dépasser les limites

Slide 25 - Slide