1.4 Reactievergelijking molverhouding

Reactievergelijkingen opstellen & molverhoudingen 

Leerdoel

Je kan reactievergelijkingen opstellen

Je kunt berekeningen maken bij chemische reacties met behulp van molverhoudignen

Voorkennis

Wat is de reactievergelijking van het produceren van waterstof (H2) uit water (H20)?

1. 2 H2 + O2 → 2 H2O
2. 2 H2O → 2 H2 + O2
3. H2O → H2 + O2
4. 2 H2O → H2 + O2

Wat is een mol?

Wat denk je dat een molverhouding bij een chemische reactie is?

Reactievergelijkingen Opstellen

1.  Reactieschema (met worden) opstellen

2. Van reactieschema naar formules

3. Kloppend maken

4. Vereenvoudigen

(Kleinste verhouding, met gehele getallen)

5. Controleren

Molverhouding

Molverhouding = stoichiometrische verhouding = 

De verhouding in mol waarin de beginstoffen tijdens een chemische reactie met elkaar reageren en de reactieproducten vormen. 

Kan je afleiden uit de coefficienten in de reactievergelijking.

Let op: molverhouding is NIET massaverhouding

Molverhouding

De verhouding waarin de deeltjes in een reactie reageren is altijd hetzelfde.

Fotosynthesis: 

Molverhouding CO2 : H20 : C6H12O6 : O2 = 6 : 6 : 1 : 6

Wat is de reactievergelijking van de verbrading van methaan?
Waarbij methaan met zuurstof reageert en de gassen koolstofdioxide en water ontstaan.

1. CH4 (g) + 4 O2 (g) -> CO2 + H2O (g)
2. CH4 (g) + O2 (g) -> CO2 + H2O (g)
3. CO2 + 2 H2O (g) -> CH4 (g) + 2 O2 (g)
4. CH4 (g) + 2 O2 (g) -> CO2 + 2 H2O (g)

Uitwerking

Waarbij methaan met zuurstof reageert en de gassen koolstofdioxide en water ontstaan.

CH4 (g) + 2 O2 (g) -> CO2 + 2 H2O (g)

Wat is de molverhouding bij de verbrading van methaan?
Reactievergelijking:

1. 0 : 2 : 0 : 2
2. 1 : 2 : 2 : 2
3. 1 : 2 : 1 : 2
4. 1 : 1 : 1 : 1

Uitwerking

1 : 2 : 1 : 2 

Bereken hoeveel mol zuurstof nodig is om 8 mol methaan te verbranden.
Reactievergelijking:

1. 8 mol
2. 16 mol
3. 32 mol
4. 4 mol

Uitwerking

1 : 2 : 1 : 2 

Dus 8 x 2 = 16 mol zuurstof nodig

Als je nog vragen hebt, noteer die dan hier.

Eigenwerk

Blz. 41 en 42 lezen

Opgave 1, 2 en 3 maken