This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ordening
Slide 1 - Slide
Lesindeling
Lesopening
Huiswerk bespreken
Toetsvoorbereiding
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Lesopening
Slide 3 - Slide
Waar ging de vorige les over?
Slide 4 - Mind map
Huiswerk nabespreken
Je moest maken 3.5 opdracht 1 t/m 4
Slide 5 - Slide
PW thema 3
Slide 6 - Slide
Wat moet je leren?
PW thema 3: basisstof 3.1 t/m 3.6.
Je moet leren de samenvatting in je boek (pagina 262 t/m 265)
De dikgedrukte begrippen in de teksten.
Afbeeldingen in je boek.
Bekijk of je de leerdoelen beheerst of niet!
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Hoe kun je leren voor biologie?
Maak een begrippenlijst (dikgedrukte woorden in je boek + omschrijving)
Leer begrippen uit je hoofd
Maak oefenvragen over de lesstof
Laat jezelf overhoren door je ouders of klasgenoten
Bedenk je eigen toets vragen
Slide 9 - Slide
Enkele oefenvragen over ordening
Slide 10 - Slide
Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Kun je een voorbeeld noemen van een schimmel?
Slide 13 - Open question
Een zeester is tweezijdig symmetrisch
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Een kreeft heeft een uitwendig skelet
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Bij welke stam hoort het organisme in de afbeelding?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Geleedpotigen
D
Neteldieren
Slide 16 - Quiz
Een mens heeft een tweezijdig symmetrisch hoofd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Een plantencel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Bij welke stam hoort de kokkel in de afbeelding?
A
Gewervelden
B
Stekelhuidigen
C
Neteldieren
D
Weekdieren
Slide 19 - Quiz
Door welke organismen wordt zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Dieren
D
Planten
Slide 20 - Quiz
Welke organen zijn er niet bij sporenplanten?
Slide 21 - Open question
In de zee rond Curaçao leven algen, die tot de planten worden gerekend. Welk kenmerk van de cellen van algen wordt gebruikt om ze bij de planten te rekenen?
Slide 22 - Open question
Geef een omschrijving van het begrip variatie
Slide 23 - Open question
Geef een omschrijving van het begrip selectie
Slide 24 - Open question
Wie was Charles Darwin?
Slide 25 - Open question
Paardenstaarten vormen aan het uiteinde van de stengel sporenvormende organen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Een paardenstaart behoort tot het rijk van de bacteriën
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Een vacuole is een blaasje gevuld met vocht in een plantencel