20 januari - Vervoeging Engelse werkwoorden

Welkom!
Lezen
Uitleg boekopdracht
H3 Spelling - Koppelteken en weglatingsstreepje
Bespreken verslagen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Lezen
Uitleg boekopdracht
H3 Spelling - Koppelteken en weglatingsstreepje
Bespreken verslagen

Slide 1 - Slide

Boek-opdracht
1. Groepjes zijn door mij gevormd 
2. Kies met je groepje een boek uit van de les (te vinden via leerlingenportal)
3. Leen dit boek/schaf dit boek aan (mediatheek op school, bieb, gratis versie in online omgeving bibliotheek)
4. 7 februari - BOEK UIT - verwacht controlevragen
5. Vanaf volgende week vrijdag; iedere vrijdag leesuur
6. Vanaf 7 februari - werken aan creatieve opdracht in de les Nederlands én handvaardigheid (oa Storyboard maken)

Slide 2 - Slide

Vervoeging engelse werkwoorden

Hoe gaat dat ook alweer?

Slide 3 - Slide

Gebiedende wijs
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 4 - Quiz

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.

Slide 5 - Quiz

PV tt -d of -t?
Kies de juiste schrijfwijze.
timer
0:15
A
De docent verbaasd zich nog altijd over A2a.
B
Lika speldt de woorden beter dan ik.
C
De lockdown ontregelt het openbare leven.
D
Wanneer word jouw docent ontslagen?

Slide 6 - Quiz

Waarom is het lastig om deze woorden goed te lezen?
Lees de volgende woorden:
  • autoonderdeel - autoband - autoexpert
  • meeademen - meebeleefd - meeeten
  • skistok - skievenement - skijas
  • mangoijs - schepijs - chocoladeijs

Slide 7 - Slide

Je gebruikt het koppelteken
in samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken, de zogenaamde 'botsende klinkers'.
Klinkerbotsing betekent dat er twee klinkers naast elkaar staan die je als één klank kunt lezen, terwijl ze bij verschillende lettergrepen horen. 
Bijvoorbeeld: stage-uren
ee - aa - oo - uu - ii - ie - ei - ij - au - ou - oe - ui

Slide 8 - Slide

Je gebruikt het koppelteken
  • om leesfouten te vermijden bij klinkerbotsing
    zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen, tosti-ijzer
  • in aardrijkskundige namen met een extra toevoeging
    Noord-Brabant, Zuid-Amerika, Midden-Nederland
  • bij cijfers, letters en andere tekens
    $-teken, vmbo-leerling, 70-jarige, tbs-kliniek, 40+-kaas, CDA-lid

Slide 9 - Slide

Je gebruikt het koppelteken
  • bij dubbele achternamen
    Ernst Jansen-Steur, Hannie Werters- van de Hoek
  • bij een functie, rang of titel
    assistent-bedrijfsleider, minister-president, adjunct-directeur
  • in woorden met voorvoegsel 'niet-, non- , oud-, ex-,
    niet-roker, niet-alledaags
  • tussen gelijkwaardige delen in een samenstelling
    woon-werkverkeer, haat-liefdeverhouding, peper-en-zoutstel

Slide 10 - Slide


Wat is juist?
A
stageactiviteit
B
stage-activiteit

Slide 11 - Quiz

In het woord
'ex+ roker'
moet een koppelteken geplaatst worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

In het woord
'T+ shirt'
moet een koppelteken geplaatst worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

In het woord
'bijna+ botsing'
moet een koppelteken geplaatst worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

rij + examen
A
rij examen
B
rijexamen
C
rij-examen

Slide 15 - Quiz

Wat valt je op aan volgende zinnen?
Dinsdagavond en woensdagavond ga ik sporten.

Fietsvakanties, werkvakanties en taalvakanties zijn best populair. 

Ik heb posters van filmhelden en filmpersonages op mijn kamer.

Slide 16 - Slide

weglatingsstreepje
Als je een deel van een woord weglaat, mag dat met een weglatingsstreepje.
Let op: 
- als je het eind van het woord weglaat, komt het streepje bij het eerste woord aan het eind, bijv. in- en uitvoer.
- als je het begin van het woord weglaat, komt het streepje aan het begin van het tweede woord, bijv. damesjassen en -jurken.
- laat je een heel woord weg, dan gebruik je geen streepje.

Slide 17 - Slide


Wat is goed?
A
Rode en - witte rozen
B
Rode - en witte rozen
C
Rode en witte rozen
D
Rode rozen en witte rozen

Slide 18 - Quiz

Maak OP FLUISTERTOON alle opdrachten H3 Spelling OF maak je huiswerk voor aankomende week af

Slide 19 - Slide

Bespreken verslag
Wat ging goed?

Wat kan beter?

Vragen over verslag? Aan het einde van de les kom je naar me toe

Slide 20 - Slide