Blok 4 Week 5

English
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:
Planning komende weken
6E: Grammar: Present Perfect/Past Simple/Past Continuous
6J: Grammar
SO Vocabulary + Stone Theme 6

Slide 2 - Slide

Blok 4
- SO Vocabulary + Stone Theme 6 : vrijdag 3 juni

-Handelingsdeel: 5 artikelen, filmverslag en boekverslag inleveren: vrijdag 17 juni

-PTA-toets Grammatica: week van 22-28 juni
grammaticale vormen, korte ja/nee-antwoorden, hulpwerkwoorden, voorzetsels van tijd en beweging, much/many, some/any

Slide 3 - Slide

Get Involved

Slide 4 - Slide

Aims
-Je kunt some, any en no correct gebruiken.
-Je kent de woorden en zinnen van Theme 6 (B-C-H-I) + Stone 14

Slide 5 - Slide

Planning 
Week 5 (30-5/ 3-6) : Les 1 + Les 2: Verleden tijd  Les 3: SO + boek lezen
Week 6 (7-6/ 10-6): Les 1: 6J Grammar
                                         Les 2: Tegenwoordige Tijd   
                                         Les 3: Toekomende Tijd
Week 7 (13-6/17-6): Les 1: Korte ja/nee- antwoorden  +  hulpwerkwoorden 
                                         Les 2 :voorzetsels + much/many   
                                         Les 3: Proeftoets   
Week 8 (20-6/24-6): Les 1: Proeftoets bespreken
                                          Start toetsweek
Week 9 (27-6/1-7): Toetsweek

17-6: inleveren handelingsdeel (filmverslag/ artikelen/ boekverslag)

Slide 6 - Slide

Grammar: Verleden Tijd (I)
Past Simple
Past Continuous
Gebruik
Iets is in het verleden gebeurd en nu afgelopen. Tijdsbepaling!
Iets was in het verleden een tijdje aan de gang.
Vorm
regelmatige werkwoorden + ed

Onregelmatige werkwoorden: eigen vorm (2e kolom)
was/were + werkwoord +ing
Voorbeeld
A drone crashed in the river yesterday.

I ate a sandwich this morning.
I was enjoying the clean air.

They were protesting against nuclear weapons.

Slide 7 - Slide

Grammar: verleden tijd
Past simple / Past Continuous

Vul de past simple of past continuous in zin 1-20 in.
Klaar: Slim Stampen> Vocabulary B-C-H-I + Stone 14
             Exercise 20 + 21 p. 64-65

Slide 8 - Slide

Grammar- Verleden Tijd (II)
Past Simple
Present Perfect
Gebruik
Iets is in het verleden gebeurd en nu afgelopen. Tijdsbepaling!
Iets is in het verleden begonnen en is nu nog bezig. Ervaringen tot nu toe.
Vorm
regelmatige werkwoorden + ed

Onregelmatige werkwoorden: eigen vorm (2e kolom)
have/has + voltooid deelwoord 
(3e kolom) / werkwoord + ed
Voorbeeld
A drone crashed in the river yesterday.

I ate a sandwich this morning.
My sister has worked at this store since January.

I have never seen a forest fire.

Slide 9 - Slide

Grammar: verleden tijd
Past simple / Present Perfect

Vul de past simple of present perfect in zin 1-20 in.
Klaar: Slim Stampen> Vocabulary B-C-H-I + Stone 14
             Boek kiezen mediatheek

Slide 10 - Slide

SO Vocabulary
Vertaal de woorden en zinnen.

Klaar?: Boek lezen.

Slide 11 - Slide

Grammar: some/any
some/any: een aantal/ enkele/wat

some ( something/somewhere/somebody/someone)
-in bevestigende zinnen                            He talked to someone on the phone.
-in vragen waar het antwoord 'ja' is       Could I have some water, please?
- in vragen waarmee je iets aanbiedt   Would you like something to eat?

any (anything/anywhere/anybody/anyone)
- in ontkennende zinnen                        He didn't see anything because it was dark.
- in de meeste vragen                              Can we go anywhere we want?

Slide 12 - Slide

6J: Grammar p. 66-67
Wat:
Exercise 24: bekijk grammar 15 op p. 95 en vul de juiste woorden in.
Exercise 25: maak de e-mail af. Je mag ieder woord maar één keer gebruiken.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met buurman/buurvrouw.
Klaar: Engels boek lezen in het lokaal
            Slim Stampen >  Theme 6 > Grammar 13
            

Slide 13 - Slide

Handelingsdeel: Book Report 
1 Titel of book:
2 Name of author:
3 Number of pages:
4 Who are the main characters?
5 When does the story take place?
6 Where does the story take place?
7 Did you like the book?
8 Why (not)?
9 Write a summary (samenvatting) about the book. You can do this in Dutch.










Slide 14 - Slide