Paragraaf 11.2 - Bevruchting

11.2 Bevruchting
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe een zaadcel bij een eicel komt
  • Je kunt uitleggen wat er na de bevruchting met de eicel gebeurd
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

11.2 Bevruchting
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe een zaadcel bij een eicel komt
  • Je kunt uitleggen wat er na de bevruchting met de eicel gebeurd

Slide 1 - Slide

11.2 Bevruchting
Hoe komen zaadcellen bij de eicel?

  • Na geslachtsgemeenschap kan een vrouw zwanger worden
    - tijdens de geslachtsgemeenschap komt sperma in de vagina
    - het sperma komt vlakbij de baarmoedermond
    - de zaadcellen zwemmen door de baarmoeder
    - na de baarmoeder zwemmen de zaadcellen de eileider in
    - in de eileider kunnen de zaadcellen een rijpe eicel tegenkomen vlak na de eisprong
    - als er geen eisprong is geweest is er geen rijpe eicel, de zaadcellen zwemmen dan voor niets :(

Slide 2 - Slide

11.2 Bevruchting
Wanneer ontstaat een baby?

Bevruchting
- een zaadcel en eicel smelten samen
- bevruchting vindt plaats in de eileider, na de eisprong
- als 1 zaadcel binnen is, dan buitenste laag eicel ondoordringbaar
Celdeling
- de bevruchte eicel gaat zich delen, steeds verder
- eicel bevat voedingsstoffen voor celdeling van bevruchte eicel
Innesteling
- ong. 6 dagen na bevruchting nestelt klompje cellen zich in de baarmoeder (bron 4; blz. 116)
- na de innesteling heet het klompje cellen een embryo
- na innesteling geen nieuwe eicellen rijpen > geen menstruatie > zwanger

Slide 3 - Slide

11.2 Bevruchting
  • Wat? Maken 11.2 – Opdracht 1 t/m 9
  • Hoe? Blz. 73 t/m 76
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 4 - Slide

11.2 Bevruchting
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen op welke manieren een zwangerschap voorkomen kan worden

Slide 5 - Slide

11.2 Bevruchting
Hoe voorkom je zwangerschap?

  • In sperma zitten zaadcellen
    - in voorvocht (vocht voor de zaadlozing) kunnen ook zaadcellen zitten
  • Geen baby? > voorbehoedmiddel gebruiken!
    - bijv. een condoom
    - een voorbehoedmiddel voorkomt dat een vrouw zwanger raakt
  • Condoom
    - vangt zaadcellen op
    - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen

Slide 6 - Slide

11.2 Bevruchting
Meer voorbehoedmiddelen

  • De pil
    - wordt door een arts voorgeschreven
    - hormonen zorgen ervoor dat er geen eicellen rijpen
    - hierdoor geen eisprong en kan er geen bevruchting plaatsvinden
    - 3 weken slikken, daarna stopweek (menstruatie)
  • Spiraaltje
    - wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst
    - voorkomt dat bevruchte eicel kan uitgroeien tot een baby


Slide 7 - Slide

11.2 Bevruchting
Nog meer voorbehoedmiddelen

  • Anticonceptiepleister
    - wordt door een arts voorgeschreven
    - wordt op de huid geplakt, bijv. op de bovenarm
    - geeft hormonen af, voorkomt eisprong
  • Hormoonstaafje
    - wordt door een arts onder de huid geplaats, bijv. in de bovenarm
    - geeft hormonen af, voorkomt eisprong

Slide 8 - Slide

11.2 Bevruchting
Sterilisatie

  • Man
    - zaadleiders worden doorgesneden en afgebonden
    - zaadcellen kunnen de penis niet meer verlaten
    - wel een zaadlozing, maar zonder zaadcellen
  • Vrouw
    - eileiders worden doorgesneden en afgebonden
    - rijpe eicellen kunnen niet meer naar de baarmoeder
    - zaadcellen kunnen de rijpe eicellen niet meer bereiken
    - menstruatie vindt gewoon plaats


Slide 9 - Slide

11.2 Bevruchting
Wat kun je doen bij een noodgeval?

  • Morning-afterpil
    - bij de drogist (DA, Etos, Kruidvat) te koop
    - innemen binnen 72 uur na onbeschermde geslachtsgemeenschap
    - 1e 24 uur meest betrouwbaar, daarna minder betrouwbaar
  • Abortus
    - vindt plaats in een abortuskliniek
    - eerst een gesprek met arts, daarna 5 dagen bedenktijd (vanaf 1 januari 2023 niet meer)
    - de vrouw mag niet langer dat 24 weken zwanger zijn

Slide 10 - Slide

11.2 Bevruchting
  • Wat? Maken 11.2 – Opdracht 10 t/m 19
  • Hoe? Blz. 77 t/m 81
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 10 t/m 19 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 11 - Slide