Lessenserie Présent de l'indicatif

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lundi 15 mai 2023
Menu du jour
> l'explication des verbes en -er
> Faire exercice 8a en classe
> Faire exercices 8B,C,D et E individuel
Objectif:
Ik weet wat regelmatige werkwoorden op -er zijn.
Ik kan werkwoorden regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.

Slide 2 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
danser = dansen, maar je kan ook zeggen: ik dans
In het Nederlands:
Ik dans
Jij danst
Hij/zij/men danst
Wij dansen
Jullie dansen
Zij dansen

Slide 3 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
In het Frans zeggen wij ook niet: ik dansen (je danser)
Daarom moeten wij dit vervoegen!
Stappenplan:
Stap 1
Het hele werkwoord op er - er is de stam
ex. danser -> dans-er, dus de stam is dans
Dan zijn we nog niet klaar!

Slide 4 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
Stap 2: plak achter de stam de juiste uitgang.
Uitgangen:
Je (ik) : stam + e
Tu (jij) : stam + es
Il (hij)/elle (zij)/ on (men) : stam + e
Nous (wij) : stam + ons
Vous (jullie of u) : stam + ez
    ils/ elles (zij) : stam + ent

Slide 5 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
Dit wordt dus,
Ik dans -> je danse
Jij danst -> tu danses
Hij/zij/men danst -> il/elle/on danse
Wij dansen -> nous dansons
U danst/jullie dansen -> vous dansez
Zij dansen -> ils /elles dansent

Slide 6 - Slide

Schrijf alleen de juiste vervoeging op
1. Pendant le cours, nous ____ la grammaire (tester).

Slide 7 - Open question

Schrijf alleen de juiste vervoeging op
2. Ma mère ____ la télé après son travail. (regarder)

Slide 8 - Open question

Schrijf alleen de juiste vervoeging op
3. Vous ____ la porte s'il vous plaît. (fermer)

Slide 9 - Open question

Schrijf alleen de juiste vervoeging op
4. Je ____ de la guitare après les cours. (jouer)

Slide 10 - Open question

Schrijf alleen de juiste vervoeging op
5. Ils _____ leur sac à dos. (oublier)

Slide 11 - Open question

Schrijf alleen de juiste vervoeging op
6. Je _____ les maths. (détester).

Slide 12 - Open question

Regelmatige werkwoorden op -er
Uitspraak met als voorbeeld: "regarder"
Heel werkwoord eindigt op -er en spreek je uit als [ee]
Je -> e, spreek je uit als [u] in het woord "kruk".
Tu -> es, spreek je uit als [u] in het woord "kruk".
Il/elle/on -> e, spreek je uit als [u] in het woord "kruk".
Nous -> ons, spreek je uit als [on] in het woord "onvoldoende"
Vous -> ez, spreek je uit als [ee] in het woord "eend"
Ils/elles -> ent, spreek je uit als [u] in het woord "kruk"

Slide 13 - Slide

Au travail!
Quoi? opdracht 8 in je boek
Comment? Zelfstandig
Aide? Boek, aantekeningen, klasgenoot, docent
Fini? extra blaadjes of lezen
Résultat? Klassikaal nakijken
Durée? jusqu'à quatorze heures.

Objectif: ik kan met een beetje hulp de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Le test sur le présent





Slide 18 - Slide