H3 De onderdelen van het IS-MB-GA model

Het IS-MB-GA model

hoofdstuk 3

1 / 43
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Het IS-MB-GA model

hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Model
  • Gestileerde weergave van werkelijkheid met aantal randvoorwaarden 
  • Analyse economische situatie
  • Conjunctuur model waarmee begrotings-en monetair beleid kan worden gemaakt
  • Gesloten economie (zonder buitenland/wisselkoersen)
  • Onderdelen IS-MB-GA model

Slide 3 - Slide

Randvoorwaarden
  • Y* = potentieel inkomen lange termijn bepaald door Productiecapaciteit die afh. is van K+A (kwantiteit en kwaliteit)
  • Y* op korte termijn bepaald door bestedingen
  • Lange termijn output gap (Y*-Y) naar 0
  • Werkeloosheid, reële rente, inflatie op lange termijn ook op evenwicht
  • Goederenmarkt in evenwicht door aanpassingen in Productiecapaciteit
  • inkomensevenwicht=voorgenomen bestedingen achteraf gerealiseerd met verdiende inkomen (Y=EV=Y*)
  • Reële rente en inflatie in evenwicht constant verondersteld

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Model
  • Gesloten economie zonder buitenland/wisselkoers
  • Y (EV) = C + I + O (inkomensidentiteit/effectieve vraag)
  • Y = C + B + S (bestedingsidentiteit)
  • S = I + (O - B) (spaaridentiteit) (evenwicht vermogensmarkt)
  • inkomensevenwicht=voorgenomen bestedingen achteraf gerealiseerd met verdiende inkomen (Y=EV=Y*)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Keynesiaans kruis
  • (Korte termijn) evenwicht goederenmarkt
  • (Reële) rente en inflatie constant
  • Y = EV (bestedings-, inkomensevenwicht)
  • EV = C + I + O (gesloten economie)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Multiplier(s)
  • Wijziging autonome belastingen (Bo)
  • Wijzigingen autonome bestedingen (Co + Io + Oo)
  • Afhankelijk van marginale consumptiequote (c = ∆C/∆Y)
  • Afhankelijke van marginale belastingquote (b)
  • Afhankelijk van marginale spaarquote (s)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Spaarlek/belastinglek
  • Iedere bestedingsronde 'lekt geld weg'
  • Een deel van het inkomen wordt gespaard => spaarlek
  • Over een deel van het inkomen wordt belasting betaald => belastinglek

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Als de multiplier van de bestedingen 2,5 is. De overheidsbestedingen stijgen met 25. Hoeveel stijgt dan Y?
A
10
B
25
C
2,5
D
62,5

Slide 14 - Quiz

Hoe hoger de marginale consumptiequote, des te hoger is de waarde van de multiplier
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Van Keynesiaanse kruis naar IS-curve
Het Keynesiaanse kruis veronderstelt dat de rente constant is. Echter, particuliere consumptie en particuliere investeringen zijn afhankelijke van de (reële) rente. Een hogere reële rente leidt tot lagere particuliere consumptie en lagere particuliere investeringen:

  • Particuliere consumptie: als de rente daalt wordt er meer geleend en minder gespaard. De consumptie neemt toe.
  • Particuliere investeringen: als de rente daalt zijn investeringen (met geleend geld) sneller rendabel. De investeringen nemen toe.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Producentenvertrouwen
Verschil per branche

Slide 21 - Slide

Het consumentenvertrouwen stijgt, dan zal de IS-curve naar...
A
rechts verschuiven
B
links verschuiven
C
niet verschuiven
D
hangt af van de rente

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Samenhang IS-MB blok
  • Keynesiaans Kruis => Y bij een gegeven (reële)  rente
  • IS lijn => Y bij verschillende (reële) rente (verband tussen reële rente en Y)
  • MB lijn => de rente die wordt vastgesteld bij iedere Y
  • Vraagkant model => vloeit voor uit bestedingen (EV = C + I + O)

Slide 30 - Slide

Veranderingen IS-MB blok
  • Autonome bestedingen: een verandering van de autonome particuliere consumptie (C₀) of autonome particuliere investeringen (I₀).
  • Begrotingsbeleid: een verhoging of verlaging van de overheidsbestedingen (O₀) of belastingen (B₀ of b).
  • Monetair beleid: een verhoging of verlaging van de rente door de centrale bank.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

GA-curve (1)
  • Aanbodzijde model (=producenten)
  • Geaggregeerd (=verzameld) Aanbod in relatie tot inflatie 
  • Relatie veroorzaakt door prijsrigiditeit
  • Tijdscomponent => korte termijn en lange termijn

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Vertraagde prijsaanpassing

Slide 37 - Slide

GA-curve (2)
  • Producenten baseren aanbod op  verwachtingen  van verkoopprijzen, loonkosten en inkoopprijzen (vooruitplannen)
  • Naïeve (adaptieve) inflatieverwachting=> huidige inflatie bepaalt de verwachte toekomstige inflatie: πe = π

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

GA-LT (lange termijn)
Op de lange termijn leiden hogere inflatieverwachtingen tot het opnieuw onderhandelen van contracten en CAO’s waardoor de GA-curve naar links / omhoog verschuift. Het aanbod neemt langzaam weer af bij ieder inflatieniveau.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide