1V semaine 22 - Le verbe 'aller' et le futur proche

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Comment tu vas?

Slide 2 - Open question

INFORMATION IMPORTANTE
Week 23 - Formatieve evaluatie leesvaardigheid (O/V/G)
Leren:  
-Vocabulaire A B E F chapitre 5 
-Je kunt je voorbereiden door alle leesopdrachten goed te maken en kijken wat je nog lastig vindt.

Slide 3 - Slide

Wanneer is de formatieve eva?
Je hoort deze week wanneer het wordt. Het kan van di tm vrijdag. 
Check as vrijdag in teams/bij posts van Frans

Slide 4 - Slide

Plan du cours
  1. Rappel avoir et être
  2. Source H, chap5 - le futur porche avec ALLER

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welk werkwoord? être of avoir?
Vous êtes

stopwatch
00:00
A
être
B
avoir

Slide 8 - Quiz

être of avoir?
Il a
timer
0:30
A
être
B
avoir

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir of être in:
Je (être) en sixième.
timer
0:30

Slide 10 - Open question

À dix heures, nous (avoir) anglais.
timer
0:30

Slide 11 - Open question

avoir of être?
Nila ... très contente
timer
0:30

Slide 12 - Open question

avoir of être?
J'... un chien.
timer
0:30

Slide 13 - Open question

Le futur proche

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

aller - gaan
je vais
tu vas
il / elle / on va
nous allons
vous allez
ils / elles vont

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

timer
3:00

Slide 19 - Slide

Heb je je doel behaald?
1. Ik kan het werkwoord 'aller' vervoegen
2. Ik kan in het Frans vertellen wat ik komende week ga doen.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Travail de la semaine
  • Grammaire H, ex. 31, 32 en ligne - 35m
  • Extra leesopdracht chapitre 2 - 10m

Slide 21 - Slide

Nog lastig? Jezelf uitdagen?
  1. Extra oefenen 'avoir' en 'être': maak Révise Gramm. H
  2. Eitje? Maak dan ex. 33 waarin je een berichtje stuurt naar een Franse vriend of vriendin.

Slide 22 - Slide