adverbs Bijwoorden overzicht

Unit 6 English as a world language
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 6 English as a world language

Slide 1 - Slide

Lesson 6.4 Reading - FILMS  & BOOKS
Planning les: 

6.2: Herhaling Adverbs

Maken: 6.2 opdr. 8, 9 & 10

Klaar? 
Woordjes 6.2/6.3/6.4 leren 

Learning targets:

A the end of this lesson I know mre about the wordorder of adverbs


Slide 2 - Slide

Tijd (wanneer) kan ook aan het begin van de zin:
voor extra nadruk.

Slide 3 - Slide

Types of adverbs
  • Adverbs of frequency (hoe vaak)
  • Adverbs of degree (in welke mate)
  • Adverbs of manner (hoe)
  • Adverbs of place (waar of waarheen)
  • Adverbs of time (wanneer)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Shall we meet at 4pm on Monday?

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Keith       watches           television     in his room      at bedtime.
Wie    -         doet        -          wat        -         waar       -           wanneer.

Slide 10 - Slide

Adverbs of frequency
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Waar staan deze woorden in een zin?

Slide 13 - Slide

De bijwoorden van frequentie 
(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never) staan voor het werkwoord.

Behalve .............

Slide 14 - Slide

Bij het werkwoord : to be
Am/ is/ are/ was/ were zetten 
we het bijwoord  achter het werkwoord

He is never late
She was always happy

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Adverbs of manner
Geven aan hoe iets gebeurd.
Hoe? Bijvoegelijk naamwoord + ly (meestal)
Waar?  Voor het bijvoegelijk naamwoord, bijwoord of hoofdwerkwoord, aan het eind van den zin
That is a very nice guy.
He reads really quickly.
He awkwardly sat next to each other.
The mechanic work hard

Slide 17 - Slide

Adverbs of degree
Een adverb of degree geeft aan in welke mate en staat :
1. Voor het bijv.nw waar het iets over zegt
     2. Voor het bijwoord waar het iets over zegt
Bijvoorbeeld :
1. She looks quite nice
   2. She walks very slowly

Slide 18 - Slide

Adverbs of degree
Examples: very, almost, just, incredibly en terribly
1. vóór het woord waarover ze iets zeggen:

That is really kind of you!
You are driving terribly fast

Slide 19 - Slide

Lesson 6.4 Reading - FILMS  & BOOKS
Planning les: 

6.2: Herhaling Adverbs

Maken: 6.2 opdr. 8, 9 & 10

Klaar? 
Woordjes 6.2/6.3/6.4 leren 

Learning targets:

A the end of this lesson I know mre about the wordorder of adverbs


Slide 20 - Slide