herhaling en basisstof 6 Zwangerschap

Wat gaan we doen?
Korte herhaling BS 1 t/m 5
Wensen en grenzen
Glossy opdracht 
Uitleg BS 6
Oefenen met condooms (woensdag)
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Korte herhaling BS 1 t/m 5
Wensen en grenzen
Glossy opdracht 
Uitleg BS 6
Oefenen met condooms (woensdag)

Slide 1 - Slide

Korte herhaling 

Slide 2 - Slide

Geslachtskenmerken: primair en secundair
Primaire geslachtskenmerken:
Aanwezig bij de geboorte:
Meisje: Vulva: schaamlippen, clitoris
Jongen: penis, teelballen

Secundaire geslachtskenmerken:
Ontstaan in de puberteit onder 
invloed van hormonen.

Slide 3 - Slide

Eigen tempo, eigen lijf
Ieder lichaam heeft een eigen tempo en eigen ontwikkeling

  • Niet iedereen krijgt tegelijk een groeispurt
  • Niet iedere dame krijgt brede heupen
  • Niet iedere man krijgt even veel borsthaar

Ieder lichaam is bijzonder, uniek én anders!

Slide 4 - Slide

Baarmoeder en eierstokken
Onrijpe eicellen zijn al vanaf geboorte aanwezig. In puberteit: een keer per maand 1 rijpe eicel.

Slide 5 - Slide

Belangrijke organen
De clitoris, vagina, schaamlippen, anus, perineum en de huid in algemeen

Clitoris
-Veel tastzintuigen
-Meer dan alleen een bobbeltje

Slide 6 - Slide

Menstruatie
  • Menstruatiecyclus
  • Duurt gemiddeld 28 dagen 
  • Baarmoederslijmvlies groeit om een bevruchte eicel op te vangen.
  • Bij de menstruatie wordt het slijmvlies afgebroken.

Slide 7 - Slide

Menstruatiecyclus: menstruatie -> ovulatie -> menstruatie

Slide 8 - Slide

Teelballen en balzak
Productie zaadcellen in de balzak, opslag in de bijballen
Prostaat en zaadblaasjes zorgen voor vocht
Zwellichamen zorgen dat de
penis stijf wordt.

Slide 9 - Slide

De zaadleiders
De zaadcellen worden via de zaadleiders naar de penis vervoerd.
 
De prostaat en de zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen. Dit vocht bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen.

Vocht + zaadcellen = sperma.

Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis.

Slide 10 - Slide

Zaadcellen en eicellen
Zaadcel:
  • bewegen met zweepstaart
  • geen voedingsstoffen
Eicel:
  • kan niet zelf bewegen
  • heeft voedingsstoffen 

Slide 11 - Slide

Seksualiteit
Alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding

Functies van seksualiteit: 
  • rol bij liefde en intimiteit
  • geeft mensen plezier, het windt mensen op (=lustbeleving)
  • voortplanting

Slide 12 - Slide

verschil gender en geslacht
sekse/geslacht: biologische verklaring; hoe je geboren wordt; "testikels"

gender (engels): geslacht in sociaal-culturele zin: sociaal onderscheidingssysteem: hoe je jezelf ziet en hoe je gezien wilt worden: "stropdas".

seksuele oriëntatie: op wie je valt
lhbti

Slide 13 - Slide

Seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie of seksuele voorkeur = tot wie je je aangetrokken voelt (op wie je verliefd wordt)





Slide 14 - Slide

Gender en geslacht
Transgender = je gevoel komt niet overeen met je geslacht
Genderdysforie = je voelt je ongemakkelijk in eigen geslacht


Slide 15 - Slide

Betrouwbare methode
Anticonceptie pil gebruiken.
  • Werkt d.m.v. hormonen
  • Beschermd tegen zwangerschap (niet tegen SOA's)
  • Bij goed gebruik 99% effectief

Slide 16 - Slide

Onbetrouwbare methoden
Er zijn onbetrouwbare methoden om een zwangerschap te voorkomen:
  1. periodieke onthouding
  2. coïtus interuptus

Slide 17 - Slide

Noodmaatregelen
Wat als de condoom scheurt, je vergeten bent de pil te slikken of je bent onbedoeld zwanger geworden?

Dan zijn er een aantal noodmaatregelen...

Slide 18 - Slide

SOA
Seksueel overdraagbare aandoening: SOA
Besmettelijk, komt door bacterien en virussen

Welke
Chlamydia
HPV
Herpes
Gonorroe
Heparitis B
Candida
Syfilis

Slide 19 - Slide

Wensen en grenzen

Slide 20 - Slide

Seksuele relatie
  • In de puberteit word je misschien voor het eerst verliefd. 
  •  Misschien ga je voor het eerst zoenen en seks hebben.

  • Een seksuele relatie hebben is nooit iets wat moet.
  • Belangrijk is het om te praten over wensen en grenzen. 

Slide 21 - Slide

Een seksuele relatie
8 versiertips

Slide 22 - Slide

Woordjes
wensen: dingen in een seksuele relatie waarvan je hoopt dat ze gebeuren
grenzen:  dingen in een seksuele relatie die je niet wilt of fijn vindt. 

Slide 23 - Slide

Wensen en grenzen

Slide 24 - Slide

Waarom is seksueel grensoverschrijdend gedrag zo erg?

Slide 25 - Slide

Seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Seksueel grensoverschrijdend gedrag: fysiek of niet-fysieke seksuele opmerkingen, gebaren of handelingen die uitgevoerd worden tegen de wil.


Slide 26 - Slide

ongewenst gedrag
  • ongewenste intimiteiten
  • seksueel geweld
  • aanranding
  • verkrachting
  • incest 

Slide 27 - Slide

Loverboys
Loverboys zijn mannen die proberen om jongeren in de prostitutie te lokken, of ze te dwingen om andere illegale dingen te doen. 

Hoe kun je een loverboy herkennen en wat kun je doen?


Slide 28 - Slide

Glossy opdracht

Slide 29 - Slide

Basisstof 6: Zwangerschap

Slide 30 - Slide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen

Slide 31 - Slide

bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting 
vindt in de eileider 
plaats. 


 

Slide 32 - Slide

De bevruchting vindt plaats in de eileiders.

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 33 - Slide

Innesteling
innesteling:
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

De vrouw is dan zwanger.





Slide 34 - Slide

Innesteling
Innesteling

Slide 35 - Slide

Placenta en navelstreng
Het embryo  is door de navelstreng verboden met de placenta.
Na 8 weken --> Foetus 
In de placenta (moederkoek):
  • Het  bloed van de moeder stroomt vlak                                                                          langs het bloed van  de embryo.
  • Zuurstof en voedingsstoffen van moeder                                                                      naar het embryo
  • Afvalstoffen van het embryo naar 
      de moeder

Slide 36 - Slide

Vorming van placenta   (= moederkoek)
De placenta bestaat uit weefsels van de moeder en van het embryo.

Zuurstof + voedingstoffen gaan van de moeder naar het embryo

Koolstofdioxide + afvalstoffen gaan van het embryo naar de moeder

Maar ook ziekteverwekkers, alcohol, nicotine

Slide 37 - Slide

Embryo

  • Tijdens de eerste weken is het baarmoederslijmvlies de voeding van het embryo
  • Daarna de placenta (= moederkoek)


Slide 38 - Slide

Navelstreng
3 bloedvaten:
2 navelstrengslagaders
1 navelstrengader

1. voedingstoffen en zuurstof gaan vanuit het bloed van de moeder naar het bloed van het kind. VIA de NAVELSTRENGADER

Slide 39 - Slide

Bescherming
vruchtvliezen en vruchtwater:
om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater

Slide 40 - Slide

Echografie en prenataal onderzoek

Pre = voor &  nataal = de geboorte -> voor de geboorte
Echo
Combinatie-test
Nipt
(vruchtwaterpunctie
vlokkentest)

Slide 41 - Slide

NIPT test vanaf 11 weken
NIPT: Non-Invasieve Prenatale Test (=bloedonderzoek moeder)
NIPT

Slide 42 - Slide

Echografie en prenataal onderzoek
  • +/-  10 weken een echo (geluidsgolven): bepaling hoeveel weken zwanger, berekening geboorte 
  • Prenataal onderzoek: onderzoek op aangeboren afwijking, erfelijke ziekte of geslacht (niet verplicht)

  • 9-14 wkn: combinatietest: test syndroon van Down
  • na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er erfelijke ziekte is
  • na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, hersenen, organen, ledematen en geslacht
  • pretecho

Slide 43 - Slide

Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie

Slide 44 - Slide

Oefenen met condooms!

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video