- Wat is de vertaling van de volgende werkwoorden? müssen - können - dürfen - wollen - mögen - wissen - möchten.
- Leg uit wat er bij deze werkwoorden in enkelvoud en in meervoud gebeurd.
- Schrijf van alle werkwoorden een voorbeeld op.
Ga naar 'overzicht' op It's Learning om de Padlet vraag in te vullen.