This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
4. Weerstand deel 1
Slide 1 - Slide
Wie ben ik ook alweer?
Slide 2 - Slide
vorige les:
Spanning wordt
Stroom overal
Spanning overal
Stroom wordt
Ibron=3A
Ubron=9V
Slide 3 - Slide
vorige les:
Spanning wordt verdeeld
Stroom overal gelijk
Spanning overal gelijk
Stroom wordt verdeeld
Ibron=3A
Ubron=9V
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
Je kan...
• ...uitleggen wat weerstand betekend
• ...kent het verschil tussen een isolator en een geleider
• ...kent de wet van Ohm en kan deze toepassen
Slide 5 - Slide
Geleiders
Slide 6 - Slide
Isolatoren
Slide 7 - Slide
Weerstand
Elektrische weerstand is een eigenschap van een materiaal die de stroom van elektrische lading (elektrische stroom) door dat materiaal tegenwerkt. Je kunt het zien als een soort "hindernis" voor de elektrische stroom.
Slide 8 - Slide
0
Slide 9 - Video
Opdracht 3: sleep de foto's naar het juiste vak
Isolator
Geleider
Slide 10 - Drag question
Wet van Ohm
Slide 11 - Slide
Wet van Ohm
Slide 12 - Slide
Hoe groter de spanning, hoe ... de stroomsterkte.
A
Groter
B
Kleiner
Slide 13 - Quiz
Hoe kleiner de weerstand, hoe ... de stroomsterkte.
A
Groter
B
Kleiner
Slide 14 - Quiz
Hoe kleiner de spanning, hoe ... de stroomsterkte.
A
Groter
B
Kleiner
Slide 15 - Quiz
Hoe groter de weerstand, hoe ... de stroomsterkte.
A
Groter
B
Kleiner
Slide 16 - Quiz
Weerstand van lucht?
U = 100KV (!)
I = 3A
R = ?
Slide 17 - Slide
U = 100KV (!) I = 3A R = ?
Slide 18 - Open question
Als je de spijkers verder van elkaar af beweegt, dan wordt de weerstand...
A
groter
B
kleiner
C
Blijft gelijk
Slide 19 - Quiz
Op een vochtige dag is de weerstand van lucht lager. Het apparaat verbruikt dan ........ stroom
A
meer
B
minder
C
dezelfde hoeveelheid
Slide 20 - Quiz
4 stappenplan in berekening
1
2
3
4
5
Slide 21 - Slide
Opdracht 13
Slide 22 - Slide
Uitwerking opdracht 13
1
Slide 23 - Slide
Opdracht 14
Slide 24 - Slide
Uitwerking opdracht 14
1
Slide 25 - Slide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Slide 26 - Slide
4.1
a. Hoe sluit je een Ampèremeter aan in een schakeling?
b. Hoe sluit je een Voltmeter aan in een schakeling?
c. Wat weet je van de weerstand van een Ampèremeter?
d. Wat weet je van de weerstand van een Voltmeter?
Slide 27 - Slide
Vraag 4.1
Je mag een foto van een geschreven antwoord plaatsen of je antwoord typen. Als er formules of tekeningen gevraagd wordt, maak dan altijd een foto
Slide 28 - Open question
4.2
Neem de schakeling hiernaast over en plaats een Volt- en Ampèremeter die de spanning en stroom van lampje 4 kunnen meten.
Slide 29 - Slide
Vraag 4.2
Je mag een foto van een geschreven antwoord plaatsen of je antwoord typen. Als er formules of tekeningen gevraagd wordt, maak dan altijd een foto
Slide 30 - Open question
4.4
Wet van Ohm: I = U/R
a. Bereken de stroom (in mA) door een lampje met een weerstand van 450 Ω wanneer het wordt aangesloten op een spanning van 2,2 V
b. Je smartphone werkt op een batterij met een spanning van 7,2 V. Op een gegeven moment loopt er een stroom van 15 mA uit de batterij. Bereken de totale weerstand van je telefoon op dat moment.
c. Door een lamp in je woonkamer loopt een stroom van 0,35 A. Op de verpakking van de lamp zie je dat de weerstand van de lamp 0,65 kΩ is. Bereken de spanning waarop de lamp brandt.
Slide 31 - Slide
Vraag 4.4a
Je mag een foto van een geschreven antwoord plaatsen of je antwoord typen. Als er formules of tekeningen gevraagd wordt, maak dan altijd een foto
Slide 32 - Open question
Vraag 4.4b
Je mag een foto van een geschreven antwoord plaatsen of je antwoord typen. Als er formules of tekeningen gevraagd wordt, maak dan altijd een foto
Slide 33 - Open question
Vraag 4.4c
Je mag een foto van een geschreven antwoord plaatsen of je antwoord typen. Als er formules of tekeningen gevraagd wordt, maak dan altijd een foto