AFP 1 - celbiologie

AFP 1
Huid in beweging - celbiologie
1 / 47
next
Slide 1: Slide
ParaveterinairMBOStudiejaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

AFP 1
Huid in beweging - celbiologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke volgorde is juist, van groot naar klein?
A
Organen-orgaansysteem-weefsel -cellen-celorganellen
B
Orgaansysteem -organen-weefsel -cellen-celorganellen
C
Celorganellen-cellen-weefsel-organen-orgaansysteem
D
Orgaansysteem -weefsel-organen- -celorganellen-cellen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een dierlijke cel bestaat uit:

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is WAAR over de celmembraan? (meerdere goede antwoorden mogelijk!)
A
De celmembraan heeft een transportfunctie
B
De celmembraan is semi-permeabel
C
De celmembraan vormt de begrenzing met de buitenwereld
D
De celmembraan bestaat uit vezels

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Diffusie en osmose zijn voorbeelden van:
A
Actief transport
B
Passief transport

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Celkern

Bevat DNA-moleculen 
(= chromosomen) en regelt alle belangrijke processen in de cel.

Een gen (specifiek stukje DNA) bevat de code voor de aanmaak van 1 type eiwit

Kopie van een gen wordt gemaakt --> mRNA

mRNA gaat via kernporiën naar Ribosomen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ribosomen
(veelal gelegen op de membranen van het ER)

bolvormige organellen voor productie van eiwitten
(= eiwitsythese)

Het mRNA bindt zich aan de ribosomen.

Ribosomen "lezen" het mRNA-molecuul af en produceren een specifiek eiwit

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Ribosomen
  • aanwezig los in het cytoplasma
  • aanwezig aan het ruw  endoplasmatisch reticulum (RER)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Endoplasmatisch Reticulum


Netwerk van membranen dat dient voor transport van stoffen binnen een cel


De geproduceerde eiwitten worden via het Endoplasmatisch Reticulum 
(en via het Glad ER) naar het Golgi-systeem vervoerd

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Golgi-apparaat

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

https://schooltv.nl/video/mitose-wat-is-dat/

Slide 33 - Slide

https://schooltv.nl/video/meiose-meiose-gebeurt-in-de-geslachtsklieren/

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Golgisysteem en lysosoom
  • golgi-systeem ontvangt eiwitten van ER, bewerkt ze en stuurt ze door (in of uit de cel)
  • verpakt stoffen in blaasjes (secretie of lysosoom)
  • bevat allerlei soorten enzymen (voor elke reactie een ander enzym)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Energie opgeslagen in ATP

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat is géén functie van het celmembraan?
A
Binden aan signaalstoffen zoals hormonen
B
Doorlaten van CO2 en O2
C
Niet doorlaten van schadelijke stoffen
D
Maken van eiwitten

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Mitochondriën
Golgi-systeem
E.R.  (Endoplasmatisch reticulum)
Ribosoom

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

1. Het mRNA bindt aan een ribosoom van het RER
2. Een mRNA-molecuul wordt gemaakt in de celkern
3. In het ER wordt de aminozuurketen tot een echt eiwit gevouwen
4. mRNA-molecuul verlaat de celkern
5. Het ribosoom plakt de aminozuren in de juiste volgorde aan elkaar vast
6. De eiwitten worden opgeslagen in het Golgi-systeem

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

Welk onderdeel wordt met een X aangegeven?
A
Golgi-apparaat
B
Lysosoom
C
Mitochondrium
D
Ribosoom

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel wordt met een X aangegeven?
A
Golgi-apparaat
B
Lysosoom
C
Mitochondrium
D
Ribosoom

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel wordt met een X aangegeven?
A
Nucleus
B
Lysosoom
C
Ribosoom
D
Aminozuur

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van dit onderdeel?
A
Bewerken en transporteren van eiwitten (distributiecentrum)
B
Energieproductie (Energiefabriek)
C
Synthese van vetten
D
Productie van ribosomen

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van onderdeel X?
A
Bewerken en transporteren van eiwitten
B
Isolatie en transport van eiwitten
C
Vetproductie
D
Eiwitproductie

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Functie van het celmembraan 
Functie van de kern 
Wat is cytoplasma?
Wat is kernplasma?
Zorgt ervoor dat het hele cel goed kan functioneren
Zorgt voor begrenzing van de cel 
Hierin liggen alle onderdelen van de cel. 
De vloeistof in de kern

Slide 46 - Drag question

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions