2.1 jaar 2

welkom!
  • Boeken en schriften op tafel. 
  • Tassen op de grond of aan de stoel.
  • Jassen uit. 
  • Staat de timer op 00:00? Dan is het stil in de klas
timer
2:30
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

welkom!
  • Boeken en schriften op tafel. 
  • Tassen op de grond of aan de stoel.
  • Jassen uit. 
  • Staat de timer op 00:00? Dan is het stil in de klas
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2
Pinpas of portemonnee

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet in welke twee vormen geld voorkomt.
  • Je kunt een nieuw saldo berekenen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil.
  • Je weet op welke manieren je met geld kunt betalen 

Slide 3 - Slide

Geld

Slide 4 - Mind map

2 soorten geld 
Chartaal geld 
  • Contant geld 
  • munten en biljetten 
  • Het is tastbaar, je kunt het vastpakken 

Giraal geld saldo 
  • Geld op je bankrekening 
  • Je kunt het niet vastpakken 
  • saldo is het bedrag op je betaalrekening. 

Slide 5 - Slide

Nieuw Saldo berekenen
Nieuwe saldo= Oude saldo + ontvangsten - uitgaven 


Slide 6 - Slide

Directe- en indirecte ruil 
Directe ruil 
  • Geld wat jij betaald voor goederen en diensten 
  • Je koopt iets
  • Geld is je ruilmiddel

Indirecte ruil
  • Goederen en diensten ruilen tegen iets anders dan geld
  • Indirecte ruil komt niet vaak voor 

Slide 7 - Slide

Onzichtbaar betalen
  • Betalen met chartaal geld is heel simpel 
  • Maar hoe kom je aan chartaal geld?

Elektronisch betalen:
  • Betalen via internet of met je telefoon
  • Geld gaat van jouw bankrekening naar de ontvanger 
  • Het is sneller en veiliger 


LET OP! Je weet niet zo goed meer hoeveel geld je hebt uitgegeven. Je geeft daarom al snel teveel geld uit. 

Slide 8 - Slide

Sofian rekent bij de kassa af met zijn mobiel. Hier is sprake van...
A
Chartaal geld
B
Giraal geld

Slide 9 - Quiz

Joost wast de auto van Stijn. Stijn maakt daarom een vensterbank voor Joost.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 10 - Quiz

Begin september had je een saldo van € 150 op je rekening. Je kreeg € 20 zakgeld en € 10 van je oma. Je gaf € 5 uit in de kantine en € 60 aan een nieuwe game. Wat was je saldo eind september?

Slide 11 - Open question