AcI

Latijn 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Latijn 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is het leukst dat je in het hemelvaartsweekend hebt gedaan/meegemaakt?

Slide 3 - Mind map

Welke onderwerpen hebben we
ook alweer behandeld vóór de minivakantie?

Slide 4 - Mind map

Toets in de TW:
MC-vertaling t/m les 24 

Slide 5 - Slide

Geef de betekenis van het volgende woord: primus
A
eerste
B
beste
C
eerder
D
laatste

Slide 6 - Quiz

Met welke naamval gaat het volgende woord? plenus
A
gen
B
acc
C
dat
D
abl

Slide 7 - Quiz

Geef de betekenis van het volgende woord: perpetuus
A
perplex
B
voortdurend
C
spoedig
D
inspannend

Slide 8 - Quiz

Wat is de genitivus meervoud van het volgende woord? labor
A
laboris
B
labororum
C
labores
D
laborum

Slide 9 - Quiz

Geef de betekenis van het volgende woord: perficere
A
bijwerken
B
doden
C
storten
D
voltooien

Slide 10 - Quiz

Wat vind je ervan om kleding
met urine te wassen?

Slide 11 - Mind map

Lezen inleiding les 25

Slide 12 - Slide

 Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum  
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 13 - Slide

A.c.I.
Stephanus dixit: "servi vasa in via colligunt."
Stephanus dixit servos vasa in via colligere 

Stephanus vidit: servi vasa in aream portant
Stephanus vidit servos vasa in aream portare

Slide 14 - Slide

A.c.I.
Stephanus dixit: "servi vasa in via colligunt."
Stephanus dixit servos vasa in via colligere 
- Stephanus zei dat de slaven de vazen op de weg verzamelden

Stephanus vidit servos vasa in aream portare
- Stephanus zag dat de slaven de vazen naar de binnenplaats droegen

Slide 15 - Slide

Na welke werkwoorden kun je een AcI verwachten?
A
dederat, perficiunt
B
vidit, audivit
C
custodiebat, audivit
D
portare, colligere

Slide 16 - Quiz

Welk woord uit de rij is GEEN accusativus? mandata, progressum, servos, vasa, via, aream, piscinam
A
mandata
B
aream
C
vasa
D
via

Slide 17 - Quiz

Met welk Nederlands woord moet je bijzin beginnen om een AcI te vertalen?
A
die
B
welke
C
dat
D
als

Slide 18 - Quiz

Bespr. t/m r. 10
Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
  servi mandata prima perficiunt, dominus operis
  progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
  vasa in via colligere et in aream portare

Slide 19 - Slide

Audivit  servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere. Deinde iussit servos pedibus nudis in
  piscina stare et vestes lavare. Inter laborem
  gravissimum servi perpetue garriebant. Dixit
  alius dominum crudelem esse, addidit alius
eum semper mandata sordida dare

Slide 20 - Slide



1. Scrhijf uit r. 11 t/m 20 woorden op waarbij je een AcI zou kunnen verwachten.
2. Schrijf de infitiniven op uit r. 11 t/m 20. 

timer
5:00

Slide 21 - Slide

Wat zijn de signaalwoorden MET aci uit r. 11 t/m 12?
A
intellexit, placet, scierunt, sentis
B
audivit, intellexit, placet, desinitis, sentis
C
audivit, placet, desinitis, sentis, dixit, est
D
audivit, placet, desinitis, sentis, dixit

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de inf. van de AcI uit r. 11 t/m 12?
A
garrire, garrire, garrire, laeserant, esse
B
maledicere, garrire, esse, laborare
C
garrire, garrire, laborare, esse

Slide 23 - Quiz