voorbereiding toets hoofdstuk 6

Welkom
Hoofdstuk 6 quiz ter voorbereiding voor de toets
Zelfstandig examentraining/vragen stellen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Hoofdstuk 6 quiz ter voorbereiding voor de toets
Zelfstandig examentraining/vragen stellen

Slide 1 - Slide

De staatsschuld is €466 miljard. Dat is 66% van het bbp. Hoe groot is het bbp?

Slide 2 - Open question

Als het Bbp daalt, is er spraken van:
A
Recessie
B
Crisis
C
Veel werk
D
Toename van de totale productie van een land

Slide 3 - Quiz

De overheid heeft een schuld van 373 miljard. Het bbp is 632 miljard. Bereken de staatsschuld in een percentage van het bbp.

Slide 4 - Open question

nationaal inkomen
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land

Slide 5 - Quiz

Wat is een aftrekpost bij de inkomstenbelasting?
A
hypotheekaflossing
B
hypotheekrente

Slide 6 - Quiz

Jeanet verdient €35.000,- per jaar. Hoeveel belasting moet hij betalen?
Basistarief 37,35% tot €68.507,-
Toptarief 49,50% boven de €68.507,-

Slide 7 - Open question

Juist of onjuist?

Het belastbaar inkomen wordt hoger door de aftrekposten.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Harrie verdient €89.000,- per jaar. Hoeveel belasting moet hij betalen?
Basistarief 37,35% tot €68.507,-
Toptarief 49,50% boven de €68.507,-

Slide 9 - Open question

De overheid hanteert verschillende uitgangspunten bij het heffen van belastingen. Welke uitgangspunt geldt bij het heffen van inkomstenbelasting in ons land?
A
het belastingbeginsel
B
het draagkrachtbeginsel
C
het profijtbeginsel
D
het solidariteitsbeginsel

Slide 10 - Quiz

Guido heeft € 68.000 aan spaargeld.
Er geld een heffingsvrij vermogen van €50.000. Over de rest van zijn spaargeld betaalt hij over het fictieve rendement van 1,9% belasting: 31%.
Bereken de vermogensrendementsheffing die hij in box 3 moet betalen.
(euro-teken, 2 decimalen).

Slide 11 - Open question

Ahmed is bezig met de inkomstenbelasting. Hij beschikt al over de volgende gegevens.
• Belasting box 1 € 16.780
• Belasting box 3 € 570
• Heffingskortingen € 2.943

Bereken het bedrag dat Ahmed aan inkomstenbelasting moet betalen.

Slide 12 - Open question

Tolheffing is een vorm van ....
A
solidariteitsbeginsel
B
transportbeginsel
C
profijtbeginsel
D
draagkrachtbeginsel

Slide 13 - Quiz

Wanneer 2 personen met een verschillend loon 5% verhoging krijgen is er sprake van ....
A
Nivellering
B
Denivellering
C
Geen van beide

Slide 14 - Quiz