Lezen vwo 5

Toetsweek 
Stof:
Cursus 1 (§1 t/m 8) + cursus 2 (§ 1 t/m 5 + 7) 
Theorie is herhaling. Oefenen + leren (om toe te kunnen passen)!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toetsweek 
Stof:
Cursus 1 (§1 t/m 8) + cursus 2 (§ 1 t/m 5 + 7) 
Theorie is herhaling. Oefenen + leren (om toe te kunnen passen)!

Slide 1 - Slide

Het doel van een betoog is...
A
opiniëren
B
overtuigen
C
informeren

Slide 2 - Quiz

Dit is een zakelijke, objectieve tekst.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 3 - Quiz

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Opniniëren
Overtuigen
Informeren

Slide 4 - Drag question

Tekstsoort?
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Uiteenzetting

Slide 5 - Quiz

Een tandarts vraagt zich in een vakblad af of de toenemende belangstelling voor plastische chirurgie zal leiden tot een toename van gebitscorrecties.
A
beschouwing
B
uiteenzetting
C
betoog

Slide 6 - Quiz

Tijdens de kerstdagen heeft een Amsterdamse journalist een week meegereisd met een familie op ski-vakantie. Voor de krantenlezer geeft hij zijn indrukken van een weekje skiën weer in een beschrijving van die week.
A
beschouwing
B
uiteenzetting
C
betoog

Slide 7 - Quiz

Een bezoeker van een dierentuin in Amsterdam legt in een ingezonden brief uit waarom hij het belachelijk vindt dat de dieren niet door bezoekers mogen worden gevoerd
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 8 - Quiz

De schrijver vertelt in tekst X over het ontstaan en de historische ontwikkelingen bij de homeopathie.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 9 - Quiz

De auteur van tekst Y is van mening dat de homeopathisch arts het uiteindelijk zal winnen van zijn reguliere collega, omdat zijn behandeling van de patiënt kil en onsympathiek is.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 10 - Quiz

aandacht trekken
onderwerp introduceren
deelonderwerpen bespreken
slot
kern
hoofdgedachte
inleiding

Slide 11 - Drag question

Naar welk deel van de tekst kijk je vooral als je wilt weten met welke tekstsoort je te maken hebt?

Slide 12 - Open question

1 = betoog
2 = beschouwing
3 = uiteenzetting

Slide 13 - Slide

 1 = betoog
2 = beschouwing
3 = uiteenzetting

Slide 14 - Slide

Bedenk een titel voor een betoog over het de Tour de France.

Slide 15 - Open question

Bedenk een titel voor een beschouwing over de Tour de France.

Slide 16 - Open question

Signaalwoorden
Nauwkeurig doornemen!

Geven jouw aanwijzingen over de tekst.

Slide 17 - Slide

signaalwoorden voor een tegenstelling:
A
zoals
B
allereerst
C
maar
D
daarentegen

Slide 18 - Quiz

Het signaalwoord 'zo' hoort bij het alineaverband...
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming

Slide 19 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 20 - Quiz

Wat is een signaalwoord van een voorwaardelijk tekstverband?
A
echter
B
daarmee
C
namelijk
D
mits

Slide 21 - Quiz

Het signaalwoord 'al met al' hoort bij...
A
Tijd (Chronologie)
B
Conclusie
C
Reden
D
Voorwaarde

Slide 22 - Quiz

Het signaalwoord 'want' kondigt een ......... aan
A
argument
B
mening
C
conclusie

Slide 23 - Quiz

Standpunt en argument
Standpunt: ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dan ook, dus, daarom, kortom

Argument: want, omdat, namelijk, aangezien, immers, :

Slide 24 - Slide

Standpunt
Argument
Tegenargument
1. Het is natuurlijk prettig om een
helder en consequent
wereldbeeld te hebben.
2. Dat geeft duidelijke richtlijnen
voor je handelen en een gevoel
van rust.
3. Maar het is lastig vol te
houden:
4. de wereld verandert
voortdurend

Slide 25 - Drag question

Standpunt
Argument
Tegenargument
5. en je hebt nu eenmaal ook te
maken met anderen die anders
over dingen kunnen denken.
6. Bovendien is volledige
consequentie onmogelijk.
7. Vroeg of laat ontdek je dat elke
ordening, elk verhaal, elk
systeem ‘tekortschiet’, dat wil
zeggen: niet helemaal
consequent is.

Slide 26 - Drag question

Aandachtspunten
Blijf zo dicht mogelijk bij de tekst!
Zorg dat je de theorie ECHT doorneemt en begrijpt...
Gebruik signaalwoorden.
Werk met een markeerstift en pen in de hand.

Slide 27 - Slide

Bespreken
Bespreek in je groep § 7 opdracht 2 en 3, p. 97-102.

Slide 28 - Slide

Welke vragen wil je klassikaal bespreken?

Slide 29 - Open question

Aan de slag
Cursus 2, par. 7, opdracht 4 (p. 102)
Opdracht 5 en 6 kun je gebruiken als oefening voor de toets!

Slide 30 - Slide