Grammar 1A + 1B: Past simple

The past simple
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

The past simple

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

The past simple
Alle werkwoorden die je in dit lied hebt gehoord, staan allemaal in de past simple - verleden tijd.

Drie van deze werkwoorden zijn regelmatige werkwoorden:

expected, dreamed, closed

Slide 3 - Slide

The past simple
expected, dreamed, closed.

Wat zou de regel zijn om een regelmatig werkwoord in de past simple (verleden tijd) te zetten?


Slide 4 - Slide

Leerdoel
Ik kan de past simple (verleden tijd) toepassen in een Engelse zin om over het verleden te vertellen.

Slide 5 - Slide

Past simple

De past simple ( verleden tijd ) gebruik je voor situaties/gebeurtenissen die in het verleden gebeurd zijn en nu zijn afgelopen.


I worked in the supermarket yesterday.

Slide 6 - Slide

The past simple
De past simple - verleden tijd herken je vaak aan Engelse woorden die een tijd uitdrukken, zoals 
yesterday, in 2010, an hour ago

Deze woorden geven aan dat er situaties/gebeurtenissen zijn die zich in het verleden hebben afgespeeld en nu zijn afgelopen.

Slide 7 - Slide

Past simple

Hoe vorm je de past simple?

2 manieren.


1. bij regelmatige werkwoorden > werkwoord + ed
work > worked


Slide 8 - Slide

Spelling
Je voegt dus -ed toe aan het werkwoord.

Eindigt het werkwoord al op een -e
Dan voeg je alleen een -d toe om er verleden tijd van te maken.

create > created

Slide 9 - Slide

Spelling

Soms verandert de spelling van een werkwoord als je hier -ed achter zet.

- werkwoord dat eindigt op medeklinker + y > y verandert in ie.
study > studied

- korte werkwoorden van één lettergreep met een korte klinker (a,e,i,o,u) > medeklinker verdubbelt.
stop > stopped / grab > grabbed

Slide 10 - Slide

She ___(start) her first day of secondary school yesterday.

Slide 11 - Open question

Past simple

De tweede manier om een werkwoord in de vt te zetten:


Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die veranderen zodra je ze in de verleden tijd zet of er een voltooid deelwoord van maakt.


to be - was/were - been

Slide 12 - Slide

Past simple

Dit jaar leer je alle onregelmatige werkwoorden.
Voor de verleden tijd gebruiken we de tweede vorm van deze werkwoorden.

to be - was/were - been


He was at school yesterday.
We were late for school last week.

Slide 13 - Slide

Onregelmatige werkwoorden

De lijst met onregelmatige ww staan in quizlet!

Deze moeten we helaas echt oefenen...

Slide 14 - Slide

Vragen en ontkenningen in de past simple 

Slide 15 - Slide

Doel bereikt?
Ik kan de past simple toepassen in een Engelse zin.

Slide 16 - Open question

Next up: the worksheets
Use your coursebook page 92. 

Slide 17 - Slide