Grammar 1A + 1B: Past simple

The past simple
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

The past simple

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

The past simple
Alle werkwoorden in het eerste refrein staan in de verleden tijd - the past simple.

Onderstreep bij exercise 30a alle werkwoorden die eindigen
op -ed. 

Slide 3 - Slide

The past simple
De werkwoorden die je had moeten onderstrepen zijn:
showed, promised en believed.

Dit zijn allemaal regelmatige werkwoorden in het Engels. 
Regelmatig omdat ze allemaal op dezelfde veranderen als je dit werkwoord vervoegt naar de verleden tijd.



Slide 4 - Slide

The past simple
Welke regel zou je moeten volgen om een regelmatig werkwoord in verleden tijd te zetten?

Geef antwoord op deze vraag bij exercise 30b. 

We gaan nu 30c en d samen maken. 

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Ik kan de past simple (verleden tijd) toepassen in een Engelse zin om over het verleden te vertellen.

Slide 6 - Slide

Past simple

De past simple ( verleden tijd ) gebruik je voor situaties/gebeurtenissen die in het verleden gebeurd zijn en nu zijn afgelopen.


I worked in the supermarket yesterday.

Slide 7 - Slide

The past simple
De past simple - verleden tijd herken je vaak aan Engelse woorden die een tijd uitdrukken, zoals 
yesterday, in 2010, an hour ago

Deze woorden geven aan dat er situaties/gebeurtenissen zijn die zich in het verleden hebben afgespeeld en nu zijn afgelopen.

Slide 8 - Slide

Past simple

Hoe vorm je de past simple?

2 manieren.


1. bij regelmatige werkwoorden > werkwoord + ed
work > worked


Slide 9 - Slide

Spelling
Je voegt dus -ed toe aan het werkwoord.

Eindigt het werkwoord al op een -e
Dan voeg je alleen een -d toe om er verleden tijd van te maken.

create > created

Slide 10 - Slide

Spelling

Soms verandert de spelling van een werkwoord als je hier -ed achter zet.

- werkwoord dat eindigt op medeklinker + y > y verandert in ie.
study > studied

- korte werkwoorden van één lettergreep met een korte klinker (a,e,i,o,u) > medeklinker verdubbelt.
stop > stopped / grab > grabbed

Slide 11 - Slide

She ___(start) her first day of secondary school yesterday.

Slide 12 - Open question

Exercise 31
Maak nu exercise 31 in je tekst/werkboek op blz 48.

Slide 13 - Slide

Past simple

De tweede manier om een werkwoord in de vt te zetten:

2. een onregelmatig werkwoord in de juiste vorm zetten.

Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die veranderen zodra je ze in de verleden tijd zet of er een voltooid deelwoord van maakt.


to be - was/were - been

Slide 14 - Slide

Past simple

Dit jaar leer je alle onregelmatige werkwoorden.
Voor de verleden tijd gebruiken we de tweede vorm van deze werkwoorden.

to be - was/were - been


He was at school yesterday.
We were late for school last week.

Slide 15 - Slide

Onregelmatige werkwoorden

Achterin het tekstboek staat een lijst met onregelmatige werkwoorden op alfabetische volgorde > vanaf blz 213 TB.


Je krijgt van mij dezelfde lijst, maar dan in een volgorde die makkelijker is om te leren dan die uit het boek.

Deze lijst staat op Magister bronnen > onregelmatige werkwoorden.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Exercise 32a, b en c.
Maak na deze uitleg exercise 32 met behulp van deze uitleg.

Slide 18 - Slide

Oefenen

Deze uitleg heb je nodig voor exercises 30 t/m 32 en 34.

Slide 19 - Slide

Doel bereikt?
Ik kan de past simple toepassen in een Engelse zin.

Slide 20 - Open question

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 21 - Open question