2mavoB

Bienvenue classe 2mB
 Aujourd'hui nous sommes          Mercredi le 13 octobre
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bienvenue classe 2mB
 Aujourd'hui nous sommes          Mercredi le 13 octobre

Slide 1 - Slide

LE PROGRAMME DU JOUR
  • Les buts  (leerdoelen)
  • Répétition (terugblik)
  • Contrôle de devoirs / Interro (huiswerkcontrole)
  • Contenu (verwerking)
  • Au travail (aan het werk)
  • Évaluation

Slide 2 - Slide

Les buts:
- Aan het einde van de les ken ik de Franse bezittelijke voornaamwoorden.

- Aan het einde van de les ken ik het rijtje van avoir en kan ik het opnoemen.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Slide

Contrôle de devoirs
1. Vous avez raison.

2.Tu as une bonne note.
3. Je/ J'ai de la chance.
4. Elles ont peur.
5.Suzanne a un nouvel ordinateur.
6.Tu as  un piano ?
7.Nous avons des verbes au présent pour comprendre.
8.Vous avez  raison de ne rien dire.
9.J'/ J' ai du bon chocolat dans ma cuisine, tu n'en auras pas.
10. Elle n'a pas de dents, tu ne risques rien.
11.Nous avons changé de moyen de communication.
12.Tu as le choix, fais comme tu veux.



Kijk je huiswerk in stilte na en noteer hoeveel je er goed hebt. 

 Bonne chance !

Slide 4 - Slide

Le pronom possesif = het bezittelijk voornaamwoord  
Het bezittelijk voornaamwoord geeft bezit aan: van wie iets is.

Denk maar aan:
Mijn hond
Onze moeder
Hun ouders


Slide 5 - Slide

De vorm
De vorm van het bezittelijk voornaamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Kijk maar:

Sophie est ma copine = Sophie is mijn vriendin.
de vriendin = la copine (dus vrouwelijk) daarom gebruiken we ma en geen mon.




Slide 6 - Slide

Regarder
We gaan kijken naar een filmpje over het bezittelijk voornaamwoord. Pak bladzijde 46 voor je en maak aantekeningen :).


Slide 7 - Slide

Laten we eerst eens kijken hoe dit eruit ziet voor het bezit van de personen:

De tip van de dag!
Leer het als een liedje dus:

Mon, ma, mes, ton, ta, tes, son, sa, ses, notre, notre, nos, votre, votre, vos en leur, leur, leurs

Slide 8 - Slide

Enkele zaken die je moet weten…
1.  Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je ook altijd mon, ton, son
Bijvoorbeeld:
Amélie est mon amie

2. De Fransen gebruiken hetzelfde woord voor ‘zijn’ en ‘haar’
DUS..
Bij ‘zijn zus’ is ‘soeur’ vrouwelijk en wordt het dus ‘sa soeur’



Slide 9 - Slide

Voorbeelden...
1. ‘mijn hond’ wordt dus ‘mon chien’, want het is ‘le chien’ (mannelijk).
2. ‘jouw zus’ is dan ook ‘ta soeur’, omdat het ‘la soeur’ is (vrouwelijk).
3.‘mijn ouders’, wordt ‘mes parents’, omdat het meervoud is.

 


 

Slide 10 - Slide

Oefenen ( Gebruik de schema hieronder)
Jouw broer =
Mijn vader=
Jullie huis =
Zijn kat=
Haar kat=  

Slide 11 - Slide

Samenvatting 
1. Het bezit.vnw wordt bepaald door het geslacht van het zelfstandignaamwoord.
2. Voor ‘zijn’’en ‘haar’ gebruiken Fransen: son, sa en ses.
3. Bij klinker/stomme h in enkelvoud: Altijd de mannelijke vorm.
 

 

Slide 12 - Slide

Oefenen deel 2 
Maak opdracht 31a,b,d 

Ben je daarmee klaar? Ga dan verder met slim stampen :) 

Slide 13 - Slide

Évaluation du cours
Heb je in deze les iets geleerd wat
je eerst nog niet wist? Zo ja, wat
heb je geleerd?
Noem drie woorden die je hebt
onthouden uit deze les.

Slide 14 - Slide

Les dévoirs= Het huiswerk
leren voor je so!!

Slide 15 - Slide