Hoofdstuk 2: De wereld: een systeem van landen en relaties

Globalisering / internationalisering
Globalisering / mondialisering: samenhang 
in activiteiten van 1.mensen, 2.bedrijven, 3. landen
over de hele wereld.

Internationalisering:  samenhang 
in activiteiten van 1.mensen, 2.bedrijven, 3.landen
tussen landen (niet de hele wereld).
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Globalisering / internationalisering
Globalisering / mondialisering: samenhang 
in activiteiten van 1.mensen, 2.bedrijven, 3. landen
over de hele wereld.

Internationalisering:  samenhang 
in activiteiten van 1.mensen, 2.bedrijven, 3.landen
tussen landen (niet de hele wereld).

Slide 1 - Slide

Geschiedenis van het wereldsysteem
Vanaf 1500 werd vanuit ............... de wereld veroverd
Andere gebieden werden onder hun macht geplaatst ..............
De veroverde gebieden heten .................

Slide 2 - Slide

Handelskolonialisme
tot 1850
voor handel van
- landbouwproducten (plantages)
- mijnbouwproducten (mijnen)

Slide 3 - Slide

Internationale arbeidsverdeling
  Begin van Internationale taakverdeling 
Rijke landen                Arme landen

                       grondstoffen

                       industrieproducten 

Slide 4 - Slide

Exploitatiekolonialisme
vanaf industriële revolutie (1820) (stoommachine).
Industrie in rijke landen had ............................ nodig uit ?koloniën.
Ze gingen de gebieden
veroveren en onderdrukken.

Slide 5 - Slide

Wat zien we terug van
handels- en exploitatiekolonialisme?

Slide 6 - Slide

backwasheffecten


Spreadeffecten

Slide 7 - Slide

Ruilvoet 
Ruilvoet (1 moment): verhouding tussen waarde ('prijs') import en export.
Derde wereld: ruilvoetverslechtering (over een periode)= de waarde van de export (grondstoffen, landbouwproducten, ertsen) daalt,
de waarde van de import (industrieproducten) stijgt.  Dus er is sprake van ruilvoetverslechtering




de waarde van de import (industrieproducten) stijgt. 

Slide 8 - Slide

Na dekolonisatie is er in de onafhankelijk geworden landen vaak onrust.
economische reden:
politieke reden:
ruimtelijke reden:

Slide 9 - Slide

De koloniën zijn nu onafhankelijk,
toch spreken we van neo (=nieuw) kolonialisme, want .... 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Neokolonialisme
(zuiden = ontwikkelingslanden)
Zuiden levert onbewerkte grondstoffen, ertsen, landbouwproducten = primaire producten.

Vaak maar één product 
                       Vaak maar naar één of enkele landen
Derde wereld is, ook na onafhankelijkheid, afhankelijk van Noorden = neokolonisatie.

Slide 13 - Slide

Fragmentarische modernisering
Maar: er is ontwikkeling !!!
Echter niet overal (gebied)
of bij iedereen (mens) =
fragmentarische modernisering
in fragmenten, delen
bijv. .....

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Outsourcing
Welk soort werk en welke reden?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Politieke en culturele globalisering
De overheid speelt een rol bij de globalisering; aantrekkelijkheid van een land voor vestiging van een MNO zijn:
1. Politieke stabiliteit (land is een democratie met weinig corruptie en burgerschap zorgt voor een evenwichtig rechtssysteem);
2. Mate van bemoeienis van de overheid met de economie.
3. Stimuleren van het vestigingsklimaat voor bedrijven.

Slide 18 - Slide

Hoe kan een overheid het vestigingsklimaat stimuleren?
- Investeren in goed bereikbare industriegebieden;
- Bepaalde sectoren meer aandacht geven (in NL kenniseconomie, creatieve industrie en distributie).
- Clusteren van bedrijven stimuleren (bijv. brainport, greenport).
- Belastingvoordelen

In veel semiperifere landen clusteren overheden bedrijven in SEZ (speciaal economische zones of EPZ.Export processing zones).

Slide 19 - Slide

Samenwerking tussen landen
Een belangrijke internationale organisatie is de WTO (wereldhandelsorganisatie); deze wil de wereldeconomie zoveel mogelijk liberaliseren. Dit door invoerheffing en exportsubsidies te verminderen. Naast de WTO bestaan er andere mondiale transnationale netwerken (G7, EU, NAFTA, UNASUR, ASEAN). Sommige van deze netwerken zijn vooral economische, andere ook politiek.

Slide 20 - Slide

Culturele globalisering
Door o.a. de verspreiding van de Westerse (Amerikaanse) cultuur = Amerikanisering over de hele wereld is er steeds meer sprake van een "standaard" Westerse cultuur.

Culturen kunnen zich door o.a. migratie aanpassen.

Steeds meer mensen verzetten zich tegen een steeds groter worden verschil tussen arm en rijk; andersglobalisten.

Slide 21 - Slide