Les 7 periode 2 Mavo 2 paragraaf 2.5 Industriële Revolutie

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken

Welkom bij de Geschiedenisles ZM2C!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

Startvragen: Schrijf de antwoorden op de volgende vragen in je schrift:
1. Wie was Willem V en waarom moest hij weg van de patriotten?
2. Door wie waren de patriotten geïnspireerd geraakt?
3. Noem de reden waarom Napoleon werd verslagen in 1812.

Slide 2 - Slide

Welk woord weg?
A
Marie-Antoinette
B
Robespierre
C
Napoleon
D
Lodewijk XVI

Slide 3 - Quiz

Welk woord weg?
A
Tractor
B
Hark
C
Ploeg
D
Schep

Slide 4 - Quiz

Programma deze les:
1. Warming-Up (± 15 minuten)
2. Lesdoelen
3. Uitleg + schema § 2.5 en § 3.2 (± 25 minuten)
4. Lezen + opdrachten § 2.5 en § 3.2  (± 25 minuten)



Hoofddoel: Je kunt uitleggen hoe de Industriële Revolutie ontstond en welke gevolgen dit had

Slide 5 - Slide

Hoofddoelen






Kun je de begrippen ambachtslieden, farao, ambtenaren, sociale verschillen, hiërarchie en hiërogliefenschrift uitleggen. (R)


Je kunt uitleggen dat Egypte rond 3000 werd verenigd door een farao. (R)
Je kunt uitleggen hoe het hiërogliefenschrift hielp bij het besturen van een staat. (T2)

Je kunt uitleggen waarom er rituelen waren bij het maken van mummies. (T1)
Je kunt uitleggen waarom alleen de aller rijksten zich een mummificatie konden veroorloven, en dat daarom mummies iets zeggen over sociale verschillen in Egypte. (T2)
Je kunt verklaren wat de sociale, politieke en economische veranderingen met de gemeenschappen deed. (T2)




















Subdoelen/checklist
Hoofddoel
Je kunt uitleggen hoe de Industriële Revolutie ontstond en welke gevolgen dit had
Je kunt de begrippen huisnijverheid, industriële revolutie, revolutie, urbanisatie, arbeiders en stoomkracht uitleggen (R)

Je kunt uitleggen welke uitvindingen ervoor zorgden dat de huisnijverheid werd vervangen door industrie (T1)

Je kunt uitleggen welke gevolgen de introductie van de stoommachine had (T1)

Slide 6 - Slide


We gaan naar de moderne tijd...

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 3 (en § 2.5)
  • 19e eeuw (1800 - 1900)
  • Grote veranderingen in de wereld en in Nederland
  • Industriële Revolutie
  • Nederland als koninkrijk en democratie

Slide 9 - Slide

§ 2.5 Verlichting en uitvindingen
  • Door de Verlichting gingen mensen zelf kritisch nadenken. Over de samenleving, maar ook over techniek en wetenschap.

  • Bevolkingsgroei, dus meer kleren nodig --> meer katoen nodig en snellere productie --> uitvindingen zoals de Spinning Jenny

  • Ook zwaar werk moest makkelijker en sneller kunnen --> uitvinding stoommachine rond 1750





Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Van Den Haag naar Groningen (lopend)
Van Den Haag naar Groningen (trein)

Slide 13 - Slide

  1. Welke tekening is van voor de Industriële Revolutie? Hoe zie je dat?
  2. Welke tekening is van na de Industriële Revolutie? Hoe zie je dat?
  3. Wat is het grootste verschil? Schrijf dit onderaan jullie papier. 
Denken, delen, uitwisselen

Slide 14 - Slide

§ 2.5 en 3.2 Van huisnijverheid naar industrie
  • Tot ongeveer 1750 maakten mensen producten thuis: huisnijverheid

  • Door de komst van  stoommachines ging productie veel sneller en goedkoper in fabrieken.

  • Gevolg: mensen die eerst thuis produceerden vertrokken naar fabrieken in de stad: urbanisatie
--> De stad werd heel druk en vies

Slide 15 - Slide

Lezen in Feniks LB: blz. 34-35
timer
25:00
Klaar?
Maak alle opdrachten van paragraaf 2.5

Daarmee klaar? Begin alvast met het huiswerk voor volgende week:
  • Lees paragraaf 3.2 (Feniks LB blz. 46-47)
  • Maak de opdrachten bij 3.2 (Feniks WB blz. 85 t/m 90)

IN STILTE!

Slide 16 - Slide

Tot 1750 
Na 1750 
Waar werken?
Thuis
Fabriek
Welk soort werk?
Huisnijverheid
Industrie
Verandering van werk door industriële revolutie
Opkomst machines
Verlichting
  1. Rationeel nadenken
  2. Experimenteren
  3. Toepassen nieuwe kennis

Slide 17 - Slide