V3 WEEK 3 Chap. 3 Bron G (21/01)

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00
1 / 51
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan zinnen begrijpen die over een vakantieverblijf gaan.
  2. R Ik ken woorden en zinnen waarmee ik een vakantieverblijf kan beschrijven.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Les mots de la semaine

Slide 5 - Slide

L’avion
La voiture
La gare
L’aller-retour
L’aller simple
La voie
La région
Prendre le vélo
Aller à pied
Avoir envie de

het vliegtuig
la voiture
het (trein)station
het retourtje
het enkele kaartje
het spoor
de regio
op de fiets gaan
te voet gaan / lopen
zin hebben in / om

week 50

Slide 6 - Slide

Les mots de la semaine

Slide 7 - Slide

La pluie
La saison
Le temps libre
Appeler
nettoyer
La chambre
Le lit
La salle de bain
Le petit-déjeuner
La vue

de regen
het seizoen
de vrije tijd
roepen / noemen
schoonmaken
de (slaap)kamer
het bed
de badkamer
het ontbijt
het uitzicht

week 2

Slide 8 - Slide

Terugblik-opdracht

Slide 9 - Mind map

Hoe maak ik de stam van een regelmatig werkwoord?

Slide 10 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van de werkwoorden jouer / descendre / remplir

Slide 11 - Open question

Elles ont achetés une nouvelle voiture.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Ils sont allés en vacances à Toulouse.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Zet in de passé composé (être):
Elle (partir) en vacances avec ses amies.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Exercices
Chapitre 3

Bron F 
Ex. 22, 23abcd, 25abcd



Slide 16 - Slide

ex. 22 / 23
p. 114/115

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Instructie 
Chapitre 3

Bron G
ex. 26

Slide 22 - Slide

Les mots de la semaine 

Slide 23 - Slide

c'est pourquoi
pour cela
à côté de
en face de
propre - sale
pas mal
agréable
écolo
cher - bon marché


daarom
daarom
naast
tegenover
schoon - vies
niet slecht / leuk
prettig
milieubewust
duur - goedkoop
week 3

Slide 24 - Slide

p. 118

Slide 25 - Slide

Phrases clés G

Slide 26 - Slide

Oefenen met de zinnen
(luistervaardigheid)
Moet ik nog afmaken Chaimae! Komt eraan. Lijkt op Havo 3.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Instructie 

Slide 29 - Slide

ex. 5a

Slide 30 - Slide

ex. 5a

Slide 31 - Slide

ex 5b

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

7a

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Leerdoelen

  1. T2 Ik kan specifieke informatie vinden / begrijpen in een (luister)tekst.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 37 - Slide

Instructie 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 45 - Quiz

Aan de slag

Slide 46 - Slide

Nabespreking

Slide 47 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 48 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 49 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 50 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 51 - Open question