- Ik kan muntgeld en briefgeld bij elkaar optellen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Rekenen met geld les 2
DOEL: - Ik kan rekenen met geld
- Ik kan muntgeld en briefgeld bij elkaar optellen
Slide 1 - Slide
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!
3,40
Slide 2 - Drag question
Rashid heeft een hoop geld in zijn spaarpot zitten. Hij heeft maar liefst 10 munten van 50 eurocent,
Hoeveel geld heeft Rashid in totaal gespaard?
De som is hier 10 x 0,50 c= ....
A
€5 ,-
B
€ 40
C
€ 50,-
D
€ 20,-
Slide 3 - Quiz
welke rij bedragen staat gesorteerd van laag naar hoog
A
5,80- 6,00 - 6,20- 6,40-
B
6,60 -6,40 -5,80 - 6,00-
C
5,80- 6,00 6,20 -6,10-
D
6,00 - 6,20 - 6,10- 4,60-
Slide 4 - Quiz
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!
€104,10
Slide 5 - Drag question
In de klas van juf zitten 10 kinderen. Voor de verjaardag van de juf besluiten ze geld in te zamelen. Ieder kind uit de klas geeft € 1,50 voor een mooi cadeau. Hoeveel euro hebben alle kinderen ingezameld? De som is: 1.50 X 10 =
A
50 euro
B
15 euro
C
33 euro
D
37,50 euro
Slide 6 - Quiz
Sleep het geld wat je nodig bent in het groene vak. Betaal gepast!
€27,05
Slide 7 - Drag question
Sleep het geld wat je nodig bent in het groene vak. Betaal gepast!
€35,10
Slide 8 - Drag question
Dit is het salaris van juf
Hoeveel is dit bij elkaar?
A
1 euro en 5 cent
B
1 euro en 95 cent
C
2 euro en 20 cent
D
2 euro
Slide 9 - Quiz
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!
30,60
Slide 10 - Drag question
Rick verkoopt zijn telefoon voor 250 euro. Hij koopt een nieuwe voor 500 euro. Hoeveel geld moet hij bijbetalen voor zijn nieuwe telefoon?