2 vwo - chapitre 3 - werkles bron C/D/E

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

PROGRAMME

• Absence
• Phrases-clés
• Terugblik: l'adjectif
• Au travail

Let op: vanaf nu werken we in boek B!

Wat betekent:

Il est comment, Stromae?

Voici Stromae. Il a les cheveux bruns et les yeux marron. C'est un chanteur. Il est très sympa et drôle.

Vocabulaire E

Overhoring

Wat betekent:

le petit ami

1. het kleine vriendje
2. het vriendje
3. de kleine auto

Wat betekent:

ce matin

1. besluiten
2. nu
3. vanochtend
4. lol hebben

Wat betekent:

rigoler

1. besluiten
2. nu
3. bezig zijn met
4. lol hebben

Wat betekent:

maintenant

1. besluiten
2. nu
3. bezig zijn met
4. verlegen

Wat betekent:

décider

1. besluiten
2. schattig
3. bezig zijn met
4. verlegen

Wat betekent:

mignon

1. verschillend
2. schattig
3. bezig zijn met
4. verlegen

Hoe zeg je

verlegen

1. différent
2. inviter
3. gentil
4. timide

Hoe zeg je

gevoel voor humor hebben

1. lire un livre
2. avoir le sens de l'humour
3. sortir avec
4. jouer au tennis

Hoe zeg je

verkering hebben met

1. lire un livre
2. avoir le sens de l'humour
3. sortir avec
4. jouer au tennis

L'adjectif / Het bijvoeglijk naamwoord

Uitleg

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

J'ai beaucoup de ... copains.

1. nouveaux
2. nouvelles

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

On boit un coca au café 'Le cheval ..'

1. blanc
2. blanche

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

C'est un ... café au port de Fort-de-France.

1. vieux
2. vieilles

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Il a les cheveux ...

1. bruns
2. brunes

Par exemple..

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	petit	petite
meervoud	petits	petites

Uitzonderingen

TB blz. 64

bon - bonne

italien - italienne

beau - belle

heureux - heureuse

sportif - sportive

premier - première

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord staat áchter het bijvoeglijk naamwoord.

• une voiture rouge
• une fille amoureuse
• une route dangereuse
• un prof heureux
• la maison blanche
• un garçon anglais
• une femme sportive

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

BEHALVE deze bijvoeglijke naamwoorden. Die staan wél voor het zelfstandig naamwoord

• bon
• beau, nouveau
• joli
• petit, grand
• premier, dernier

• une bonne chanteuse
• une jolie fille
• la première question
• un nouveau garçon
• une belle voiture
• une petite chambre

AU TRAVAIL

Maken:

Bron C opdracht 13b, 13d, 14, 15 blz. 13-16

Bron D opdrcht 16d, 18 blz. 18-19 

Leren: 

Vocabulaire F blz. 43