5.4 Geld genoeg?

Terugblik 5.3 Zijn wij sociaal?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Terugblik 5.3 Zijn wij sociaal?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke van de volgende is een volksverzekering?
A
AOW
B
WIA
C
Bijstand
D
WW

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Sociale verzekeringen

Voor als je zonder inkomen komt te zitten.
Er zijn twee soorten sociale verzekeringen:

Volksverzekeringen
  • Voor alle inwoners van Nederland
  • Iedereen tot de pensioenleeftijd betaalt premie

    Bijvoorbeeld:
  • AOW (Algemene Ouderdomswet)
  • Anw (Algemene nabestaandenwet)
  • Wlz (Wet langdurige zorg)







Werknemersverzekeringen
  • Voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt
  • De werkgever betaalt de premie

Bijvoorbeeld:
  • WW (Werkloosheidswet)
  • WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke van de volgende is een werknemersverzekering?
A
AOW
B
WIA
C
Bijstand
D
WW

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Sociale zekerheid gaat uit van solidariteitsbeginsel, wat is het solidariteitsbeginsel?
A
De sterken helpen de zwakken
B
De zwakken worden niet geholpen
C
Mensen die niet willen werken krijgen geld
D
Als je 67 jaar bent krijg je te maken met het UWV

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het sociaal minimum?
A
Het minimale bedrag wat een persoon krijgt van het UWV.
B
Door de overheid vastgesteld minimumbedrag om van te kunnen leven.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Voor wie is deze sociale verzekeringen? Mensen van wie de partner is overleden.
A
Wlz
B
WIA
C
Anw
D
WW

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Goed of fout? Bijstand is een voorbeeld van een sociale voorziening.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

5.4 Geld genoeg?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
In deze presentatie leer je:
  • Hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt.
  • Hoe de rijksoverheid aan inkomsten komt.
  • Wat voor inkomsten de gemeente heeft.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vind jij het nuttig om belasting te betalen?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Is je mening veranderd na het zien van dit filmpje om belasting te betalen?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Discussiëren 
- Discussieer met je buurman of buurvrouw kort of je mening is veranderd en waarom.
- Bedenk goede argumenten en schrijf deze op.
- Na afloop bespreken we kort een paar argumenten.
- Respecteer elkaars argumenten en luister goed naar elkaar.
- 3 minuten de tijd.
 
timer
3:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitgaven en inkomsten van de overheid

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
In deze presentatie leer je:
  • Hoe je snel van miljarden naar miljoenen en van miljoenen naar
    miljarden rekent.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Snel van miljarden naar miljoenen
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.


Zo reken je snel om van miljarden naar miljoenen:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Snel van miljoenen naar miljarden
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.
  

Zo reken je snel om van miljoenen naar miljarden:

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten van de overheid
De overheid heeft verschillende inkomsten:


Belastingen
  • Leveren de meeste inkomsten op.

Sociale premies
  • Bedoeld voor de uitkeringen van de sociale verzekeringen

Niet-belastingontvangsten
Bijvoorbeeld:
  • De winst van overheidsbedrijven 
  • Boetes



Slide 19 - Slide

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/staatsdeelnemingen/vraag-en-antwoord/in-welke-ondernemingen-heeft-de-overheid-aandelen
Belastingen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Geld voor de gemeente
Inkomsten van de gemeente:
 
  • Het grootste deel: uit het Gemeentefonds van het rijk.
  • Burgers en bedrijven betalen gemeentelijke belastingen en heffingen voor:
 
Voorbeelden :
  • Onroerendezaakbelasting (ozb)
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Toets vragen maken (15-20 min)
Maak met je toegewezen groepje 5 toets vragen.

Voorwaarden:
1. Bedenk per deelhoofdstuk 1 vraag.
2. Bedenk 1 rekenvraag.
3. Schrijf het antwoord met uitwerkingen bij jullie bedachte vragen.
4. Schrijf je bedachte vragen en antwoorden netjes uit op verschillende bladen

Met de bedachte vragen wordt er een oefentoets gemaakt. 
Ik zal 1 vraag uitkiezen die ik daadwerkelijk in de toets zal vragen!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar moet de toets vraag aan voldoen?
- Denk aan het verschil tussen open en gesloten vragen. Een toets vraag kun je vaak niet beantwoorden met alleen maar ja of nee.

- Ontwerp / creëer vragen met wisselende moeilijkheidsgraad en bedenk heel goed hoeveel punten je aan een vraag toekent. Beargumenteer je keuze voor het ontwerpen van juist deze vraag en daarnaast ook het toegekende aantal punten.

- Maak een antwoordmodel waarin je nauwgezet aangeeft aan welke eisen het antwoord moet voldoen om (deel)scores te ontvangen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvragen
Meerkeuzevraag:
(1p) De gemeenten, provincies en waterschappen zijn lagere overheden. Achter welke letter staan alleen taken van de provincie?
A Het uitgeven van een nieuw paspoort, het bepalen waar steden of dorpen mogen uitbreiden.
B Jeugdzorg bieden aan gezinnen, het zuiveren van afvalwater.
C De aanleg van een nieuwe weg tussen twee steden, het aanwijzen van een nieuw bedrijventerrein.
D Maatregelen nemen tegen overstromingen, het uitvoeren van de ouderenzorg.

Open vraag:
(1p) Dijken behoren tot de collectieve goederen.
 Noem een reden waarom de overheid voor de dijken zorgt en niet een particulier bedrijf.

Reken vraag:
(1p) Jochem verdient als krantenbezorger € 22,50 per week. Sita ontvangt € 91,65 per maand als caissière.
 Laat met een berekening zien wie het meeste verdient.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk maken
Ga via Cloudwise naar de online Pincode methode.

5.4 Geld genoeg?:
Maak de opdrachten 1 t/m 8 online via de methode.

Ik controleer online of je je huiswerk hebt gemaakt.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions