havo4/25 september 2023/Grammatik: zwakke werkwoorden

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is het kenmerk van een zwak werkwoord?

Slide 2 - Open question

Wat heb je nodig om de juiste vorm van het werkwoord te kunnen gebruiken (2)?
A
De stam van het werkwoord
B
de uitgang van het werkwoord
C
het lidwoord van het werkwoord
D
een persoonlijk voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

Nodig is dus:
o    een persoonlijk voornaamwoord
o    de stam van het werkwoord 
   

Slide 4 - Slide

het pers. voornaamwoord
De pers. voornaamwoord heb je al geleerd voor de werkwoorden haben en sein.
Als je niet meer hoe  de persoonlijke voornaamwoorden heten in het Duits, ga je naar de  slide met de oranje stip.
Hier kun je een extra oefening maken

Slide 5 - Slide

de stam van het werkwoord
          Bijna alle ww in het Duits 
          eindigen op -en.
          Als je -en eraf haalt 
          hou jij de stam over: 

b.v. wohnen, stam is dan wohn-
       machen, stam is dan mach-

Slide 6 - Slide

de juiste uitgang van het werkwoord
De uitgang bij en zwak ww  is telkens dezelfde in de tegenwoordige tijd , (ott)
            ich wohn -       e
             du wohn -       st
er/sie/es wohn -       t
            wir wohn -      en
             ihr wohn -       t
   sie/Sie  wohn -       en

Slide 7 - Slide

uitlegvideo
Bekijk het filmpje en ontdek erin een handig ezelsbruggetje
dat je helpt om de uitgangen van een Duits zwak werkwoord  te onthouden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

zwak ww als voltooid deelwoord 
Het voltooid deelwoord van een zwak ww  krijgt telkens dezelfde vorm:
ge + stam = t 
b.v. spielen = gespielt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

meer oefenen in de classroom maatwerk vwo 2: grammatica

Slide 16 - Slide