§8.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

§8.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
- Vier functies benoemen van voedingsstoffen in je lichaam
- Zes groepen voedingsstoffen benoemen.
- Op een etiket de voedingswaarde van een voedingsmiddel aflezen en gebruiken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§8.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
- Vier functies benoemen van voedingsstoffen in je lichaam
- Zes groepen voedingsstoffen benoemen.
- Op een etiket de voedingswaarde van een voedingsmiddel aflezen en gebruiken.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke factor is onjuist bij het bepalen van je energiebehoefte ?
A
Geslacht
B
Lichamelijke inspanning
C
ziek of gezond zijn
D
Tempratuur/ klimaat

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Geef voorbeelden van voedingsmiddelen

Slide 3 - Open question

Terugblik naar 8.1
De vier functies van voedingsstoffen

1. De voedingsstoffen waar je lichaam direct energie 
uithalen door verbranding noem je brandstoffen.
2. Je lichaam gebruikt bouwstoffen om nieuwe cellen te 
maken of cellen te herstellen.
3. Als je meer voedingsstoffen binnenkrijgt dan je direct
nodig hebt, slaat je lichaam ze op als reservestof.
4. Beschermstoffen helpen je om gezond te blijven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zes groepen voedingsstoffen

Slide 5 - Slide

koolydraten =  brandstof eet je er te veel is het resverstof.
vitamine = beschermstoffen en bouwstoffen.
eitwitten= bouwstof eet je te veel --> maakt je lichaam er  koolydraten van en word het dus gebruikt al brandstof of resverestof.
mineralen= zijn ook bouwstoffen/ beschermstoffen
vetten= brandstof
water = bouwstof
De voedingswaarde
Op het etiket van een voedingsmiddel staat welke voedingsstoffen erin zitten en hoeveel. Er staat ook op hoeveel energie het product per 100 gram oplevert. Dit heet de voedingswaarde

1 kilojoule (kJ) = 1000 joule (J)
1 kilocalorie (kcal) = 4,2 kilojoule (kJ)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen hebben de functie beschermstoffen?
A
Water
B
Eiwitten
C
Koolhydraten
D
Mineralen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke functie heeft koolhydraten niet?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermstof
D
Reservestof

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel kJ aan energie heeft Max gegeten bij de McDonald's?
A
5355 kJ
B
1275 kJ
C
304 kJ
D
154 kJ

Slide 9 - Quiz

1kcl is gelijk aan 4.2 kilojoue

Aan de slag
  • Maak de opdrachten van § 8.2

Klaar?
  • Maak een mindmap/samenvatting van § 8.2
  • Vul de leerdoelenlijst in
timer
20:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions