Stijl 3F: alle(n) / enige(n) / sommige(n), mits, tenzij, als, dan

Nederlands
Stijl
alle(n) / enige(n) / sommige(n), mits, tenzij, als, dan
30-11-2022

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Stijl
alle(n) / enige(n) / sommige(n), mits, tenzij, als, dan
30-11-2022

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je 'alle/allen', 'enige/enigen' en 'sommige/sommigen?

Slide 2 - Slide

De regel hiervoor is: schrijf het woord met-n wanneer het woord een zelfstandig gebruikt wordt  én het woord personen aanduidt.
Na een heftige ruzie spraken beiden lange tijd geen woord.


Velen gingen meteen naar huis, maar sommigen bleven napraten.

Slide 3 - Slide

Van of onder dan ook zelfstandig en schrijf je -n, mits het om personen gaat.
Sommigen (van de leerlingen) wilden graag wat extra uitleg.



Enkelen (onder ons) zijn niet tevreden. 

Slide 4 - Slide

Je hebt recht op een drankje, (mits/tenzij) je een consumptiebon bij je hebt.
A
mits
B
tenzij

Slide 5 - Quiz

Van (alle / allen) mensen die ik ken, vind ik jou de leukste.
A
alle
B
allen

Slide 6 - Quiz

Dat is voor ons (beide / beiden) het handigst.
A
beide
B
beiden

Slide 7 - Quiz

De (meeste / meesten) bezoekers van het festival vermaakten zich uitstekend.
A
meeste
B
meesten

Slide 8 - Quiz

Mijn auto moet zuiniger zijn dan (andere / anderen) en voorzien zijn van de nieuwste snufjes.
A
andere
B
anderen

Slide 9 - Quiz

(Sommige / Sommigen) mensen vinden die film minder leuk.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 10 - Quiz

(Vele / Velen) reisden afgelopen zondag gratis met het Boekenweekgeschenk als treinkaartje.
A
Vele
B
Velen

Slide 11 - Quiz

(Vele / Velen) handen maken licht werk.
A
Vele
B
Velen

Slide 12 - Quiz

Die operazangeres kan duidelijk beter zingen (als/dan) dat tienersterretje.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Ik had niet gerekend op een hoger cijfer (als/dan) een acht.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

(Sommige / Sommigen) gingen zwemmen, maar anderen bleven liever op het terras zitten.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 15 - Quiz

Onze vrienden waren (alle / allen) aanwezig op het feestje.
A
alle
B
allen

Slide 16 - Quiz

Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van (andere / anderen).
A
andere
B
anderen

Slide 17 - Quiz

Hij is er altijd, (mits/tenzij) hij echt ziek is.
A
mits
B
tenzij

Slide 18 - Quiz

Artikelen kunnen worden geruild, (mits/tenzij) ze nog in de originele verpakking zitten.
A
mits
B
tenzij

Slide 19 - Quiz

dieren
dingen
Je schrijft het woord dus zonder-n:
Alle hebben vlooien in hun vacht.
Sommige van deze meubels zijn honderd jaar oud.
bijvoeglijk

Slide 20 - Slide