WISK X HOOFDSTUK 6 Meten 1 - Les 6.2 Symmetrie

WISK - X
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Secundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WISK - X

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1
HOOFDSTUK 6 
Meten
LES 6.2
Symmetrie

Slide 2 - Slide

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 3 - Slide

Er bestaan verschillende soorten symmetrie. De meest bekende soort lijnsymmetrie. Bij een lijnsymmetrisch figuur zijn de linker en de rechterkant hetzelfde.

Een lijnsymmetrisch figuur kan je dubbelvouwen. De linkerkant en de rechterkant passen dan op elkaar. De lijn waarop je vouwt, heet de symmetrieas. Een ander woord voor symmetrieas is spiegelas. 

Slide 4 - Slide

Nieuwe woorden Schrijf de woorden in jouw taal
de symmetrie/de linkerkant/ de rechterkant/
de symmetrieas/ de spiegelas

Slide 5 - Open question

Nazeggen
De docent spreekt de nieuwe woorden uit. Zeg na. 
  • de symmetrie
  • de linkerkant
  • de rechterkant
  • de symmetrieas
  • de spiegelas

Slide 6 - Slide

Teken de symmetrieas in de figuren.
Deze opdracht staat in je boek op blz. 197. 

Slide 7 - Slide

Sommige figuren hebben meer dan 1 symmietrieas
Een vierkant heeft 4 symmetrieassen        Een rechthoek heeft 2 symmetrieassen 

Slide 8 - Slide

Bespreek met de klas

  • Zie jij symmetrische figuren in de klas?
  • Hoeveel symmetrieassen hebben de figuren?
  • Hoeveel symmetrieassen heeft een cirkel?
  • Hoeveel symmetrieassen hebben heeft een gelijkbenige driehoek?
  • Hoeveel symmetrieassen hebben heeft een gelijkzijdige driehoek?

Slide 9 - Slide

Maak de figuren af.
De figuren moeten symetrisch worden. De opdracht staat in je boek op blz. 198. 

Slide 10 - Slide

Een andere vorm van symmetrie is draaisymmetrie.





Een draaisymmetrisch figuur kan je draaien.
Het figuur ziet er dan weer het zelfde uit.
Het punt in het midden heet het draaipunt.


Slide 11 - Slide

Bespreek met de klas

  • Hoe vaak kan de ster draaien (tot hij op dezelfde plek is)??
  • Hoe vaak kan je de bloem draaien?
  • Hoe vaak kan je het tandwiel draaien?
  • Zie je draaisymmeterische figuren in de klas? Hoe vaak kan je deze figuren draaien?
  • Is een cirkel draaisymmeterisch? Hoe vaak kan je een cirkel draaien?

Slide 12 - Slide

Nieuwe woorden Schrijf de woorden in jouw taal
de draaisymmetrie/draaien/ het draaipunt/de ster

Slide 13 - Open question

Nazeggen
De docent spreekt de nieuwe woorden uit. Zeg na. 
  • de draaisymmetrie
  • draaien
  • het draaipunt
  • de ster

Slide 14 - Slide

Maak de figuren af.
De figuren moeten symetrisch worden. De opdracht staat in je boek op blz. 199. 

Slide 15 - Slide

Extr

Slide 16 - Slide

Taak 6.2 Symmetrie
  • Maak de taken van Blz. 200 tot en met blz. 202
  • Doe dit in stilte (stoplicht)

  • Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  • Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

Slide 17 - Slide

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 18 - Slide