6. Leven in de landschapszones

Leven in de landschapzones
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: in welke zone maakt de kou het moeilijk om daar te wonen?

1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leven in de landschapzones
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: in welke zone maakt de kou het moeilijk om daar te wonen?

Slide 1 - Slide

Voor we beginnen:
Nakijken opdrachten les 5. Antwoorden staan in de LessonUp zelf.
Je doet dit voor jezelf, in stilte.

Klaar? Vast beginnen aan opdrachten les 6.

Ben je al klaar? Maak een Blooket of Kahoot met begrippen uit dit hoofdstuk, die we later samen kunnen spelen.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Deze les leren we:
Waarom bepaalde gebieden op de wereld moeilijk bewoonbaar zijn.

Hoe de mensen die daar toch wonen, zich aanpassen aan hun omgeving.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Waar op de wereld is dit?

In welke landschapszone?

Waarom is de jacht zo belangrijk in dat gebied?

Slide 5 - Slide

Dit gaan we leren:
Je kan uitleggen waarom sommige landschapzones moeilijk bewoonbaar zijn.

Je kan uitleggen op welke manieren de mensen in die gebieden dan wél leven.

Slide 6 - Slide

Gematigde zone: goed te wonen. Het is er dichtbevolkt.

Weinig oorspronkelijke plantengroei over.
Vooral een ingericht landschap.

Slide 7 - Slide

In de natuurlandschappen waar we het over hebben gehad, is het moeilijker wonen > dunbevolkt.

Bijvoorbeeld om:
- Te droog;
- Te koud;
- Geen vruchtbare grond.
Eigenlijk komt het allemaal neer op: moeilijk om eten te verbouwen.

Slide 8 - Slide

Waarom wonen er weinig mensen op de steppe?
A
Te droog
B
Te koud
C
Niet vruchtbaar

Slide 9 - Quiz

Waarom wonen er weinig mensen op de toendra?
A
Te droog
B
Te koud
C
Niet vruchtbaar

Slide 10 - Quiz

Tropisch regenwoud:
Onvruchtbare grond
Eten kan niet zomaar groeien op deze bodem.
Soms branden mensen stukjes bos af, de as maakt de grond vruchtbaar. Dit heet zwerflandbouw.

Slide 11 - Slide

Aride zone:
Te droog.
Alleen hier en daar water: oase of rivieren.
Je kan doen aan extensieve veeteelt. Als je iets op een akker wil verbouwen, moet je het veel water geven (dat heet irrigeren).

Slide 12 - Slide

Polaire zone:
Te koud.
Bomen en de meeste planten kunnen hier niet groeien.
Mensen leven van de jacht, visserij, of van de verkoop van bv. olie.

Slide 13 - Slide

Let op!

Toendra (boven) en steppe hebben allebei geen bomen.
- Op de toendra komt dat omdat het te koud is (onder de 10 graden)
- Op de steppe komt dat omdat het te droog is (minder dan 500mm)

Slide 14 - Slide

Dit hebben we geleerd:
Waarom de tropische, aride en polaire zone lastig zijn voor mensen om in te leven.

Op welke manieren mensen in die zones aan hun voedsel kunnen komen.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Maak: de opdrachten in deze LessonUp.

Hoe? In je schrift. Gebruik je Basisboek (B77 t/m B80).
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het einde van deze les.
Klaar? Maak voor jezelf een overzicht van de belangrijkste punten die we tijdens het onderwerp Landschapzones hebben geleerd.

Slide 16 - Slide

Opdracht 1
a. Wat is de reden dat er in de aride zone weinig mensen wonen?
b. Wat is de reden dat er in de tropische zone weinig mensen wonen?
c. Bedenk een reden waarom gebieden in de gematigde zone vaak erg dichtbevolkt zijn.

Slide 17 - Slide

Opdracht 1 - Antwoorden
a. Wat is de reden dat er in de aride zone weinig mensen wonen?
Het is daar te droog om goed aan landbouw te doen.
b. Wat is de reden dat er in de tropische zone weinig mensen wonen?
De grond is daar onvruchtbaar en daardoor kan je daar moeilijk eten verbouwen.
c. Bedenk een reden waarom gebieden in de gematigde zone vaak erg dichtbevolkt zijn.
Hier zijn de omstandigheden perfect om makkelijk veel eten te verbouwen, dus er kunnen daar veel mensen wonen.

Slide 18 - Slide

Opdracht 2
Gebruik B78.
a. Wanneer noemen we een gebied 'droog'?
b. Welke twee manieren hebben mensen in droge gebieden om aan hun water te komen?

Slide 19 - Slide

Opdracht 2 - Antwoorden
Gebruik B78.
a. Wanneer noemen we een gebied 'droog'?
Als er te weinig neerslag valt om aan akkerbouw te doen.
b. Welke twee manieren hebben mensen in droge gebieden om aan hun water te komen?
Water uit de grond/oases halen, of water van andere gebieden aanvoeren.

Slide 20 - Slide

Opdracht 3
Gebruik B80.
a. Waarom wonen er weinig mensen in het tropisch regenwoud?
b. Hoe zorgen de mensen die er wél wonen, dat ze eten kunnen verbouwen?
c. Wat is het nadeel van de manier die je hebt genoemd bij 3b?

Slide 21 - Slide

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Waarom wonen er weinig mensen in het tropisch regenwoud?
Omdat de bodem daar niet vruchtbaar is.
b. Hoe zorgen de mensen die er wél wonen, dat ze eten kunnen verbouwen?
Ze branden stukjes regenwoud af, en de as zorgt ervoor dat de bodem wel vruchtbaar wordt.
c. Wat is het nadeel van de manier die je hebt genoemd bij 3b?
Er verdwijnen daardoor stukken regenwoud die belangrijk zijn voor de aarde.

Slide 22 - Slide

Opdracht 4
Bekijk de afbeeldingen op de volgende slide.
a. Welk landschap zie je op afbeelding 1?
b. Welk landschap zie je op afbeelding 2?
c. In beide gebieden groeien geen bomen, om verschillende redenen. Noem de redenen dat in die gebieden geen bomen groeien.

Slide 23 - Slide

Afbeelding 1
Afbeelding 2

Slide 24 - Slide

Opdracht 4 - Antwoorden
a. Welk landschap zie je op afbeelding 1?
De steppe.
b. Welk landschap zie je op afbeelding 2?
De toendra.
c. In beide gebieden groeien geen bomen, om verschillende redenen. Noem de redenen dat in die gebieden geen bomen groeien.
Op de steppe niet, omdat er te weinig neerslag valt. Op de toendra niet, omdat het er te koud is.

Slide 25 - Slide