Landschappen - les 7

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Landschapszones

Thema D

Waar op de wereld is dit?

In welke landschapszone?

Waarom is de jacht zo belangrijk in dat gebied?

Thema D

We gaan leren:

Waarom zijn sommige gebieden moeilijk bewoonbaar?

En: hoe leven mensen daar dan wél?

Gematigde zone: goed te wonen. Het is er dichtbevolkt.

Weinig oorspronkelijke plantengroei over.

Vooral een ingericht landschap.

In de natuurlandschappen waar we het over hebben gehad, is het moeilijker wonen > dunbevolkt.

Bijvoorbeeld om:

- Te droog;

- Te koud;

- Geen vruchtbare grond.

Eigenlijk komt het allemaal neer

op: moeilijk om eten te verbouwen.

Waarom wonen er weinig mensen op de steppe?

1. Te droog
2. Te koud
3. Niet vruchtbaar

Waarom wonen er weinig mensen op de toendra?

1. Te droog
2. Te koud
3. Niet vruchtbaar

Tropisch regenwoud:

Onvruchtbare grond

Eten kan niet zomaar groeien op deze bodem. Alleen mogelijk met kunstmest.

Mensen kunnen wel leven van bijvoorbeeld houtkap. >>

Aride zone:

Te droog.

Alleen hier en daar water: oase.

Je kan hooguit doen aan extensieve veeteelt: weinig vee op een groot stuk grond.

Polaire zone:

Te koud.

Bomen en de meeste planten kunnen hier niet groeien.

Mensen leven van de jacht, of van de verkoop van bv. olie.

Let op!

Toendra (boven) en steppe hebben allebei geen bomen.

- Op de toendra komt dat omdat het te koud is (onder de 10 graden)

- Op de steppe komt dat omdat het te droog is (minder dan 500mm)

Nu aan de slag

Maak:

Thema D, opdracht 1 t/m 8.

Gebruik: basisboek nr. 78, 79 en 80 (op blz. 52/53)