Ik wil een ruiter worden.’
Meer wist hij niet. En wij, wij leerden Kaspar kijken,
wilden zijn hoofd met Duits
verrijken, steenhard Duits dat al zijn schrik verdreef.
Maar het verklaarde niets‘.
En bastaardprins of niet, gelukkig werd hij nooit.
En nu is Kaspar dood.
En wij, wij leefden hem, beschreven hem in gloedvol
Duits dat niets doorzag.
- Breek alle pennen stuk. Tuig elke letter af.
Er is geen taal die troost,
geen woord dat bloost bij Kaspar en zijn hondedood.