Kijken naar de wereld III

Kijken naar de wereld 3 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 31 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kijken naar de wereld 3 

Slide 1 - Slide

vorige lessen 
  • romantiek (individu, gevoel, verbeelding, vlucht)
  • realisme (mens in milieu, objectief, details, werkelijkheid)
  • naturalisme (wetenschappelijk realisme, deterministisch)
  • impressionisme (de indruk die het moment maakt 'vangen')

Slide 2 - Slide

Romantiek 
individu, gevoel, verbeelding, vlucht
Realisme 
mens in milieu, objectief, details

Slide 3 - Slide

Impressionisme  moment uit werkelijkheid 'vangen' (indruk)
Naturalisme wetenschappelijk realisme, deterministisch

Slide 4 - Slide

ROMANTIEK 
REALISME 
subjectief
objectief 
het gevoel 
de observatie 
het individu ('ik')
mensen in een milieu
vlucht uit werkelijkheid
werkelijkheid 'zoals ze is' 
fascinatie voor dood en  mysterieuze
aandacht voor sociale milieus, problemen (armoede bv)
taal = gevoelsgeladen, pers.
taal = afstand, detail 

Slide 5 - Slide

ALLES KOMT TERUG  (maar anders) 
  • pop/art - nieuw realisme 
  • neoromantiek 

Slide 6 - Slide

ik - subjectief (gevoel) -vlucht uit werkelijkheid 

ROMANTIEK (1800-1850)



NEOROMANTIEK
mens in milieu -objectief-werkelijkheid zoals ze is

REALISME (1850-1880) 
NATURALISME 


POP-ART 
NIEUW REALISME
IMPRESSIONISME  

Slide 7 - Slide

POP ART (jaren 60) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Pop-art (van 'popular art')
  • alledaagse werkelijkheid 
  • onderwerpen én stijl ontleend aan consumptiemaatschappij (advertenties, strips)
  • readymades (opnieuw)


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Readymade : "klaar voor gebruik, kant en klaar"

Slide 12 - Slide

Nieuw realisme 
  • alles kan onderwerp zijn van poëzie
  • het alledaagse is vaak helemaal niet zo alledaags 
  • readymades (kant en klare teksten) 
  • parlando (geen voordracht) 

Slide 13 - Slide

gedicht 'je truitjes' Herman de Coninck
(audio leerboek-tekst basisboek)

Slide 14 - Slide

nieuw realisme:  'gevonden gedichten' 
"Werkmethode: isoleren, annexeren. (...)De kunstenaar, die geen kunstenaar meer is: een koel, zakelijk oog. “Poëzie’ als resultaat van een (persoonlijke) selektie uit de Realiteit." (ARMANDO) 

Bekend voorbeeld : Donald Rumsfeld 

Slide 15 - Slide

nieuw realisme: 'gevonden gedichten' 
'(audio en tekst leerboek 258)

Voorbeeld: 

Slide 16 - Slide

As we know,
There are known knowns.
There are things we know we know.
We also know
There are known unknowns.
That is to say
We know there are some things
We do not know.
But there are also unknown unknowns,
The ones we don't know we don't know.

Slide 17 - Slide

Pop ART & Nieuw realisme theorie:

 groene kaders 
p258-259 

MAAK: 
  1. oefening 8b op pag. 257 
  2. oefening 9b op pag 258

Slide 18 - Slide

Nieuw realisme: Herman de Coninck
Twee gedichten : 
  • 'Sprookje' 
  • 'Poëzie' 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Neo-romantiek (1970-80)
  • gevoel, het eigen 'ik' 
  • melancholie & doodsverlangen (cfr. Romantiek)
  • in poëzie: terug eerder traditionele vormen

Slide 22 - Slide

De  'poète maudit'uit de (Zwarte) Romantiek  

=de verdoemde, geniale kunstenaar
=staat buiten de maatschappij 
= melancholie , doodsverlangen 
--->vaak verslaving + vroege dood/zelfmoord

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

27 club

Slide 25 - Slide

- "De Treurige Prins"
- woelige schoolcarrière - nergens 'op zijn plaats'
- zot verliefd - jong getrouwd (in 't geheim) 
- seks & drugs & rock 'n roll  (bundel JUNKIEVERDRIET
- schilderde huis zwart
- doodsverlangen  
- 12 gedichten vlak voor zijn dood : Laatste gedichten




Jotie 't Hooft
neoromantiek 

Slide 26 - Slide

(Wat ik bemin, 1976) 
"Dat heb ik geleerd. Nog ben ik jong 
Maar ik ben oud. Al wat ik bezong 
Verschrompelt vlug, wat ik bemin 
Bestaat, hoewel ik het verzin 
En door mijn woorden waadt het einde 
Nader, duidelijker dan het begin."
  • Verbeelding 
  • Dood 

Slide 27 - Slide

Basisboek p 313: 'Schuldbekentenis'
  • uit 'Laatste Gedichten'   
  • geschreven in de nacht voor hij stierf aan een overdosis
  • nr 12 en nr 13 op pagina 259 in jullie boek 

timer
1:00

Slide 28 - Slide

 'Schuldbekentenis'

  • a Wat suggereert de titel van het gedicht? 
  • De dichter bekent dat hij zich niet heeft gedragen zoals het ‘hoort’, dat hij ‘schuldig’ is.
  • b. Bewijs met een versregel uit elke strofe dat de dichter zich niet thuis voelt in de wereld.
  • Strofe 1, vers 2 (een toren en bovendien zonder uitkijk) + strofe 2, vers 7 (de wereld waarin ‘gij’ woont - dus niet : waarin ‘ik’ woon) +  strofe 3, vers 10 (de toren in de toren)

Slide 29 - Slide

 'Schuldbekentenis'
  • c/ In welk vers verwijst de dichter openlijk naar zijn druggebruik? 
  • vers 8 ( en ben ik vreselijk stoned) 
  • d/ In welk vers zegt hij dat hij langzaam naar zijn dood toeleeft  
  • vers 12 : hij zaagt aan de pijlers die hem schoren (= in leven houden) 
  • e/Leg uit: in mij is onstuitbaar de doodsbloem ontloken
  •  Hij voelt een niet te stoppen drang (= onstuitbaar ontloken) om zelfmoord te plegen, maar hij ziet dat niet negatief (doodsbloem) 

Slide 30 - Slide

 'Schuldbekentenis'
  • strofebouw : 
  • 4 strofes van vier regels (kwatrijn) 
  • rijmschema :
  • kwatrijn 1 & 2  : gepaard rijm (abab) - kwatrijn 3 & 4 : gekruist rijm (abab) 
  • enjambement : 
  • bijvoorbeeld regel 5-6 
  • beeldspraak : 
  • lichaam = toren, woorden van het gedicht= stenen, doodsbloem, pijlers 

Slide 31 - Slide