Herhaling H5

Herhaling H5
3GT
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H5
3GT

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • 10 min - Herhaling H5
  • 15 min - Herhalingsopdrachten maken
  • 15 min - Bespreken antwoorden  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Arbeidsmotieven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Arbeidsovereenkomst
CAO = Collectieve ArbeidsOvereenkomst
Individuele  arbeidsovereenkomst
Bedrijfstak
1 Werknemer

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bruto- en nettoloon






Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Productiesectoren   

Slide 6 - Slide

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VoF
BV
NV
Rechtsvorm

natuurlijk persoon
natuurlijk persoon
rechtspersoon
rechtspersoon
Eigenaar

directeur (1 persoon)
vennoten (meerdere personen)
aandeelhouders
aandeelhouders
Aansprakelijk
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
bedrijf, alleen inleg aandeel (verkopen / kopen alleen met toestemming)
bedrijf, alleen inleg aandeel (iedereen mag verkopen / kopen op de beurs)
Voordeel
- zelf baas
- alle winst voor jezelf
- taken verdelen
- vervanger bij ziekte
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
Nadeel
- privé aansprakelijk
- geen vervanger bij ziekte
- privé aansprakelijk
- winst moet je delen
- winst moet je delen
- winst moet je delen
Belasting
inkomsten belasting (IB)
inkomsten belasting (IB)
vennootschaps belasting (VpB)
vennootschaps belasting (VpB)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Arbeidsmarkt (overzicht)
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Soorten werkloosheid
- Conjuncturele werkloosheid
- Structurele werkloosheid
- Frictiewerkloosheid
- Seizoenswerkloosheid
- Regionale werkloosheid

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Quiz 
5 gelijke groepen maken
3 minuten hebben jullie hier de tijd voor. Lukt het niet, dan maak ik de groepen.

timer
3:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1
  • Wat betekent de afkorting CAO?
  • Collectieve arbeidsovereenkomst

  • Voor iedereen die in een bepaalde bedrijfstak werkt (bijvoorbeeld in de zorg, de bouw, het onderwijs).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2
  1. Karel verdient een brutoloon van €2.000 per maand. Daarop wordt €300 belasting ingehouden. De sociale premies zijn 7,8% van zijn brutoloon. Bereken het nettoloon dat Sjors per jaar ontvangt.
  2. 2000 : 100 x 7,8 = €156
  3. €2.000 - €300 - €156 = €1.544
  4. 1544 x 12 = €18.528

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vraag 3
  1. Onder welke productiesector valt een politieman?
  2. Quartaire sector (niet commerciële dienstverlening)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vraag 4
  1. Hoe noem je het als iemand aandelen heeft en een bedrijf winst gaat uitkeren?
  2. Dividend

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vraag 5
  1. Als je een baantje hebt in een supermarkt, werk zoekt of als ondernemer nieuw personeel nodig hebt, dan heb je te maken met de ........................................ Dat is het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid. Welk woord komt op de stippellijn?
  2. Arbeidsmarkt

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag 6
  1. Een skileraar heeft alleen werk in de winter. Hoe noemen we deze vorm van werkloosheid? (meerkeuze)
  2. A. Frictiewerkloosheid
  3. B. Structurele werkloosheid
  4. C. Seizoenswerkloosheid
  5. D. Regionale werkloosheid
  6. C. Seizoenswerkloosheid

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vraag 7
  1. Als de koopkracht van de mensen daalt en er daardoor minder vraag is, dan is er sprake van: (meerkeuze)
  2. A. Frictiewerkloosheid
  3. B. Structurele werkloosheid
  4. C. Seizoenswerkloosheid
  5. D. Conjuncturele werkloosheid
  6. D. Conjuncturele werkloosheid

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vraag 8
  1. Onder welke productiesector valt een kapper?
  2. Tertiaire sector (commerciële dienstverlening)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leren H5

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Plusopdrachten
Opdracht 3, 6, 9, 18, 19, 20
Blz. 150 en 151
timer
8:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 6

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 9A

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 9B

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 9C

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 18

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 19

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 20

Slide 28 - Open question

This item has no instructions