KB 4.2 Procenten vergelijken + 4.3 rekenen met procenten

Welkom bij wiskunde! 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik paragraaf 1
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 4.2
Aan het werk
Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Slide

Terugblik.
Wat zet je in een verhoudingstabel onder het totale aantal?
A
dat kun je niet weten
B
1 %
C
100 %
D
64%

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

- kun je situaties vergelijken met behulp van  procenten. 


Slide 4 - Slide

Waar zou jij
mee beginnen?

Slide 5 - Open question

Schrijf in je schrift: Uitleg 4.2 
Stappenplan bij 2 situaties vergelijken: 
  • maak een verhoudingstabel met 4 kolommen en 2 rijen
  • vul de tabel in met de gegevens die je hebt
  • waar kan ik naar "drie" op een rij
  • bereken de percentages door eerst terug te rekenen naar 1 %
  • vermeld duidelijk je antwoord, apart van de verhoudingstabel

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Een groep van 45 meisjes komen er 35 op de fiets
Een groep van 40 jongens komen er 30 op de fiets

Van welke groep komen er naar verhouding de meeste op de fiets naar school?

Hoe pak je dit nu aan?

Slide 7 - Slide

Stap 1; 
Maak een verhoudingstabel, 1 voor meisjes en 1 voor jongens, met 4 kolommen en twee rijen
Stap 2;
Vul de gegevens die je weet in de tabel in
Stap 3;
Waar kun je "drie" naar op een rij
Stap 4:
Bereken het percentage door eerst terug te rekenen naar 1%

Slide 8 - Slide

 verhoudingstabel de voor meisjes  met 4 kolommen en twee rijen
Aantal meisjes
45
1
35
Procenten
100
??

Slide 9 - Slide

 verhoudingstabel voor de meisjes  met 4 kolommen en twee rijen
Aantal meisjes
45
1
35
Procenten
100
77,77
   : 45                    x 35
   : 45                    x 35
Antwoord:
Van de meisjes komt 
ongeveer  77,8% op de fiets naar school.

Slide 10 - Slide

 verhoudingstabel voor de jongens  met 4 kolommen en twee rijen
Aantal jongens
40
1
30
Procenten
100
??

Slide 11 - Slide

 verhoudingstabel voor de jongens  met 4 kolommen en twee rijen
Aantal jongens
40
1
30
Procenten
100
75
   : 40                    x 30
   : 40                    x 30
Antwoord:
Van de jongens komt 
ongeveer  75 % op de fiets naar school.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De benzineprijs is gestegen van €1,40 naar €1,50. 
Hoeveel procent is dat? 

procent

aantal
1
X
0,10
1,40
100
7,1

Slide 14 - Drag question

Stappenplan van procenten naar aantallen
Maak een verhoudingstabel
Ga bij procenten via 1 naar het gewenste aantal procenten
Bereken het gevraagde aantal

Slide 15 - Drag question

In een aquarium zitten 12 vissen, er zijn 5 rode vissen. Hoeveel procent van de vissen is rood? 

procent

aantal
1
X
5
12
100
41,7

Slide 16 - Drag question

Zelfstandig aan het werk


  • Ga stil en zelfstandig aan het werk. 
  • Zijn er opdrachten die je nog begrijpt?
  • Steek je vinger op dan kom ik even langs.

Slide 17 - Slide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende les!

Slide 18 - Slide

Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik paragraaf 2
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 4.3
Aan het werk
Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je rekenen met procenten. 
  • breuken omzetten tot een percentage
  • rekenen met korting 


Slide 20 - Slide

Handig

Slide 21 - Slide

4.3 Rekenen met procenten
Bij veel breuken is een handig percentage te noemen. 3 kwart (3/4) is 75 %.

Maar voor veel breuken is dat moeilijker. Dan werkt het het makkelijkst om eerst een decimaal getal uit te rekenen en dat dan om te zetten naar procenten. 

Slide 22 - Slide

Paragraaf 4.3
8/9 is een lastige breuk. 

1. Schrijf als percentage (decimaal getal)=> 8 : 9 = 0,8888....
2. Vermenigvuldig dit getal maal 100=> 0.8888.... x 100 = 88,88
3. Noteer het aantal procent=> 8/9e is gelijk aan 88,9%

Slide 23 - Slide

Hoe kan ik van een breuk naar procenten?
A
boven : onder x 100
B
onder : boven x 100

Slide 24 - Quiz

Hoe zet je de breuk 3/8 om in procenten?
A
3x8:100
B
3:8x100

Slide 25 - Quiz


Hoeveel procent hoort bij de breuk 1/10 ?
A
10 %
B
25 %
C
50 %
D
100 %

Slide 26 - Quiz


Hoeveel procent hoort bij de breuk 1/1 ?
A
10 %
B
25 %
C
50 %
D
100 %

Slide 27 - Quiz

Hoeveel is deze breuk in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 28 - Quiz

Korting
  • Als je korting krijgt, kun je de nieuwe prijs berekenen door de korting van de oude prijs af te trekken. 
  • Het is vaak handiger om te rekenen met het percentage dat je moet betalen.
  • Korting is een prijsverlaging, de nieuwe prijs is daarom lager dan 100%.


Slide 29 - Slide

Voorbeeld
  • Op de sneakers van 155,= euro. Krijg je 45% korting. 
  • Bereken nu de nieuwe prijs.
  • Hoeveel procent moet je nu nog betalen?
  • 100 - 45 = 55% moet je nu nog betalen
  • Reken dit uit met de verhoudingstabel.

Slide 30 - Slide

 Verhoudingstabel 
Euro's
155,00
Procenten
100
1
55
   : 100                  x 55
   : 100                   x 55
Antwoord:
De nieuwe prijs van de sneakers is 85,25 euro

Slide 31 - Slide

Nog een voorbeeld
Op Bol.Com vind je de IPhone 12 voor een bedrag van 895 euro.
27 november is het Black Friday.

De  IPhone wordt in SALE geplaatst
met een korting van 13%.
Bereken nu het bedrag wat je zal moeten 
betalen op 27 november?

Slide 32 - Slide

 Verhoudingstabel 
Euro's
895
778,65
Procenten
100
1
87
   : 100                  x 87
   : 100                   x 87
Antwoord:
De nieuwe prijs van de IPhone is 778,65 euro

Hoeveel procent moet je nog betalen 100 - 13 = 87

Slide 33 - Slide

Zelfstandig aan het werk


Ga stil en zelfstandig aan het werk.
Met de opdrachten van 4.3 

Slide 34 - Slide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 35 - Slide