Dominique rijd op een 100 km weg. Plots steekt er een zwijn over. Ze remt en na precies 8 seconden staat ze stil. Welke afstand is haar remweg?
G: v=100 km/h, t=8 sec remweg.
G: s=?
F: km/h -> m/s / door 3,6
O: 100/3,6= 27,8 m/s, 27,8 x 8 = 222 m.
A: Dominique heeft een remweg van 222 meter.