Een zakelijke brief schrijven

Planning
  • Doel van de les
  • Waarom?
  • Zakelijke brief schrijven
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
  • Doel van de les
  • Waarom?
  • Zakelijke brief schrijven

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les weet je hoe je een zakelijke brief moet schrijven. Een zakelijke brief bestaat uit 10 of 11 stappen. Deze stappen kun je aan het einde van de les benoemen.

Slide 2 - Slide

Waarom?
Waarom is het belangrijk om te weten hoe je een zakelijke brief schrijft?

  • Leerjaar 4
  •  Examen

Slide 3 - Slide

Opdracht zakelijke brief schrijven
Zie de opdracht in Classroom.

5 min. voor punt 1 t/m 5 van de opdracht:
1. NAW-gegevens afzender
2. Plaats en datum
3. NAW-gegevens geadresseerde
4. Betreft
5. Aanhef


Slide 4 - Slide

4 Betreft
- Het onderwerp bestaat uit een tot maximaal 5 woorden
- Hoe minder, hoe beter
Het onderwerp is geen zin
- Gebruik alleen steekwoorden. Vaak alleen zelfstandige naamwoorden. Soms gebruik je een werkwoord en een of meer zelfstandige naamwoorden. Lidwoorden en persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden laat je weg.
- Na de dubbele punt schrijf je geen hoofdletter. 
- Na het noteren van het onderwerp krijg je geen punt of ander leesteken

Slide 5 - Slide

De aanhef
- De aanhef is de begroeting bovenaan je brief
- De aanhef komt net boven de inleiding
- De aanhef begint met Geachte
Na Geachte schrijf je heer of mevrouw en de achternaam van de persoon. 
Na de naam zet je een komma. Bijvoorbeeld: Geachte mevrouw Van Wijhe,
Let goed op de hoofdletters in de naam. Het woord heer of mevrouw krijgt geen hoofdletter in de aanhef. Het eerste woord van de aanhef erna wel. 
- Soms weet je het geslacht niet. In dat geval schrijf je: Geachte heer,mevrouw,
- Gebruik geen voornaam of voorletter in de aanhef. Dat mag wel in de adressering. 

Slide 6 - Slide

Opdracht zakelijke brief schrijven


5 min. voor punt 6 van de opdracht: inleiding (met aanleiding).

Slide 7 - Slide

Inleiding
In de inleiding schrijf je altijd twee dingen:
- Je stelt jezelf voor en je vertelt waarom je de brief schrijft
- Je mag niet met ik beginnen, dus kun je met de aanleiding beginnen. Waarom je de brief schrijft. 

Slide 8 - Slide



Onthoud voor iedere inleiding van een brief de volgende zaken:
- Voor de inleiding krijg je een witregel
- Na de inleiding krijg je een witregel
- In de inleiding stel je jezelf voor
- In de inleiding schrijf je waarom je de brief stuurt. 
- De inleiding begint niet met het woordje 'ik'

Slide 9 - Slide

Opdracht zakelijke brief schrijven


1
0 min. voor het middenstuk (punt 7 van de opdracht)

Slide 10 - Slide

Kern
Na de inleiding komt de kern. In de inleiding schrijf je waarom je de brief schrijft en in de kern schrijf je meer over de situatie. Als je bijvoorbeeld een sollicitatiebrief schrijf, dan schrijf je waarom jij de baan graag wilt hebben en wat jou geschikt maakt voor het werk. 

Slide 11 - Slide

Kern
De kern is het langste deel van de brief. 
- Zorg voor minstens vijf zinnen. Als de kern te lang wordt, kun je er twee of meer alinea's van maken. Tussen de inleiding en de kern sla je een regel over. Na de kern krijg je ook weer een witregel. 

Slide 12 - Slide

Opdracht zakelijke brief schrijven
5 min. voor punten 8 t/m 11 van de opdracht:
8. Slot
9. Groet
10. Handtekening en naam
11. Bijlage 

Slide 13 - Slide

Slot
Slot is, net als de inleiding, een korte alinea. Na het slot krijg je weer een witregel. Daarna sluit je de brief af met een groet. Meestal doet je dat zo: Met vriendelijke groet, 


Ik hoop dat ik de kans krijg om mijn enthousiasme en ervaring verder toe te lichten in een persoonlijk gesprek. Ik zie uw reactie graag tegemoet.


Ik ben enthousiast over de mogelijkheid om mijn kennis en ervaring in uw organisatie in te zetten. Ik kijk uit naar een gesprek om mijn motivatie verder toe te lichten.


Graag licht ik mijn motivatie en ervaring verder toe in een gesprek. Ik kijk ernaar uit om van u te horen en ben beschikbaar voor een gesprek op een moment dat u uitkomt.




Slide 14 - Slide

Afsluiting
Een brief met je altijd ondertekenen, anders is hij niet rechtsgeldig. Een handtekening is echter vaak slecht te lezen. Daarom schrijf je onder je handtekening voor de duidelijkheid ook je naam. 

Slide 15 - Slide

Bij een zakelijke brief hoort:
timer
0:30
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 16 - Quiz

Je spreekt iemand in een zakelijke brief aan met:
A
je
B
u

Slide 17 - Quiz

In het slot van een zakelijke brief...
A
Moet je achter de laatste zin eventueel bedanken voor de moeite.
B
Geef je nieuwe informatie.
C
Vat je kort samen wat je hoopt/wenst.

Slide 18 - Quiz

Wat is een zakelijke brief?
A
een briefje aan je moeder
B
een sollicitatiebrief
C
een klachtenbrief over je telefoonabonnement
D
een boodschappenlijstje

Slide 19 - Quiz

In de inleiding van de zakelijke brief..
A
Stel je jezelf voor.
B
Leg je uit wat het probleem is.
C
Bedank je alvast voor de reactie.
D
Geef je informatie.

Slide 20 - Quiz

De volgorde van de zakelijke brief:
A
Inleiding, Slot, Kern
B
Kern, Slot, Inleiding
C
Inleiding, Kern, Slot

Slide 21 - Quiz

De slotformule van een zakelijke brief is....
A
Met vriendelijke groet,
B
Groet,
C
Mvg,
D
Hartelijke groet,

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN
zakelijke brief?
A
liefdesbrief
B
klachtenbrief
C
sollicitatiebrief
D
verzoekbrief

Slide 23 - Quiz

Een zakelijk brief begint met 'Ik'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Huiswerk voor maandag 23 januari
  • Afmaken H3 Schrijven: een zakelijke brief (methode)
  • Afmaken zakelijke brief aan stage (opdracht Classroom)
  • Oordopjes meenemen (kijken en luisteren)

Slide 25 - Slide